dehyd; het bismuthoxyd werd door geen van al deze zelfstandigheden gereduceerd. Xanthin en hypoxanthin verhielden zich negatief tegenover alle proeven. De schrijver zegt, dat van al de methoden tot daarstelling van suiker uit urine geen een geschikt is om sporen daarvan aan te duiden ; noch do praecipitatie met potasch en alcohol, noch die met aeetas plumbicus en ammonia geven nauwkeurige praecipitatie uitkomsten, en hij trekt verder het besluit, dat, als de proef van Boettger negatief uitvalt, de stof geen suiker is, daar zuivere pissuiker altijd door deze proef wordt aangeduid. De schrijver werd verder opmerkzaam gemaakt op de waarneming van Huppert (Arch. d. Heilk., V, p. 325) over de titrering van het acidum uricum met iodium, waaruit blijkt dat er een lichaam dat zich met iodium verbindt inde urine vervat is en dat wellicht dit lichaam identisch bon zijn met dat wat de reducerende werking op koperoxyd nitoefent. Hij beproefde alzoo het iodium als onderscheidend reagens aan te wenden en vond : Dat suiker door alcoholische oplossing van iodium niet veranderd wordt, doch wel door eene oplossing van iodium in iodetum kalicum; in het laatste geval wordt zij in eene zelfstandigheid veranderd, welke nog grooter reductievermogen voor Cu O bezit dan zuivere suiker, doch daarentegen bismuthoxyd niet zwart maakt; terwijl zij eindelijk in eene zelfstandigheid overgaat, welke geene eigenschappen van reductie meer bezit. Melksuiker wordt door oplossing van iodium in iodetum balicum niet ontleed (wel korrelsuiker). Chlorium in plaats van iodium aangewend gaf als resultaat, dat noch korrel- noch melksuiker in koude, onzijdige °f zure oplossing ontleed wordt. Past men deze gegevens toe op het lichaam inde urine, zoo blijkt, dat dit zeker geen suiker is, als het door chlorium veranderd, door alcoholische oplossing van iodium ontleed, oiaar door alcoholische oplossing van iodium in iodetum
185