potaschzout en van het door zout- en zwavelzuur afgescheiden zuur stemden volkomen overeen met het chloranilzuur en de chloranilzure potasch van Ecdmann. Werd echter te geconcentreerde potaschloog genomen of te sterk verhit, zoo werden geene kristallen bekomen, maar slechts eeu amorph bezinksel, en kon er dan door zuren ook geen kristallijn nederslag bekomen worden.

Deze verhouding tot bijtende potasch en ammoniak, overtuigden den schrijver dat hij alleen met chloranil te doen had. Toen hij een gedeelte van zijn praeparaat onder verwarming in ammonia liquida oploste, dat gemakkelijk en zonder gasontwikkeling geschiedde, werd eene bruinroode oplossing bekomen , waaruit bij bekoeling kleine , onaanzienlijke , onder het microscoop echter duidelijke bruine naalden zich afzonderden. Deze kristallen waren chloranilammon; zij losten in water weder met purperroode kleur op, bij welke oplossing , alsmede bij de moederloog van de chloranilammon-kristallen langzamerhand verdund zwavelzuur, onder afkoeling van het vat met koud water, gevoegd werd. Na verloop van eonige rust werden donkerzwarte kristallen van chloranilam verkregen , die door recrystallisatie gezuiverd werden. Deze laatste eigenschappen waren het overtuigendst bewijs dat de schrijver chloranil onder handen had, welke Erdm an n het eerst uit indigo bereid had , doch ook uit phenylzuur ontstaat. Ook de chlorbepaling (56,89 pCt. chlorium) overtuigde de schrijver dat zijn praeparaat chloranil Cl2 H4 04 was. Wanneer nu het eindproduct, dat uit de houtteerkreosot bij de behandeling met zoutzuur en chloras kalicus ontstaat, chloranil is, zoo is hierdoor ook het beste bewijs geleverd, dat al het kreosot slechts een meer of minder onzuiver phenylzuur is. Dat v. Gorup-Besanez geen chloranil bekomen heeft, kan niet als tegenbewijs gelden, want het is te vermoeden , dat hij de inwerking van het zoutzuur en chloras kalicus niet lang genoog heeft voortgezet en zoo slechts een mengsel van chloranil en bi- of trichlorchinon

116