blauwe kleur veel zwakker dan wanneer de waterstof zuiver 18 > en er is alsdan altijd eene donkere tussehenruimte boven bet brandende gas, waarboven eene groenachtige vlam wordt waargenomen. Eindelijk , wanneer de waterstof in eene donkere plaats brandt, bemerkt men boven het bovenste uite|nde der vlam een soort van lichtende stroom , Welke zich tamelijk ver uitstrekt. (Cosmos, 6 Dec. 1865, p. 630.)
ïer onderkenning van anilin. Wanneer men volgens F. Field anilin in water oplost en er dan de roode dampen, ontstaan bij verwarming van stijf-Se‘ of suiker met sterk salpeterzuur door voert, zoo ontstaat eene gele kleur, zijnde eene nieuwe basis , de azophenylamin, die als een geel poeder (anilingeel) praecipiteert. Het beste middel Om bij voorlezingsproeven de vorming van anilinrood aan te toonen, bestaat daarin, dat men 1 deel lodimn en 2 deelen anilin met elkander ineen reageerglas zacht verhit. Het product in alcohol opgelost is dan donkerrood en kan, in water gegoten , dadelijk tot verwen gebruikt worden, (Polytechn. Notizil. en Ha g e r’s pharm. Centralhalle , 1866 , No. 6, & 51.) Over het kreosot; door dr. A. E* Hofmann. (Vervolg van pag. 72.) Hit deze waarnemingen blijkt voldoende, dat door de •Uwerking van sodium bij deze hooge temperatuur een groot §edeelte van het kreosot ontleed wordt en het hars vormt, bet overige onontleede gedeelte echter zich met de gevormde s°da, die met nog eenig vrije koolzure soda inde oplossing o?ergaat, verbindt. Deze laatste is mogelijk oorzaak, dat
111