trent de hoeveelheid phosphorus, voorhanden in eene vleeschmassa, die vermengd was met luciferskopjes. Ben zeker aantal dier kopjes, uitgezocht en gereinigd, gaven een naar hun inzien ongewoon laag phosphorgehalte, namelijk niet meer dan 11,5 milligram, dat is, nog niet l/5 grein per honĀ» derd kopjes, daar gewoonlijk dit gehalte op omstreeks 1 grein en alzoo minstens smaal zoo groot geschat wordt. Volgens genoemde scheikundigen kou dit verschil voor een deel daaraan toegeschreven worden, dat in het door hen onderzochte geval de luciferskopjes, die bleken met groote zorgvuldigheid te zijn afgehomen, zoodat er bijna geen spoor van houtjes aan te vinden was, bij die bewerking waren afgebrokkeld en dus niet in hun geheel inde vleeschmassa waren geraakt. Maar daar het, naar de grootte der gevonden kopjes te oordeelen, onaannemelijk scheen, dat het ontbrekende meer dan ]/2 zoude kunnen bedragen, namen zij hieruit aanleiding om eenige soorten van lucifers, inde winkels en op de straat te Amsterdam verkocht wordende, te onderzoeken. Het resultaat daarvan is geweest, dat vele lucifers inderdaad veel minder phosphorus bevatten dan gewoonlijk vermoed wordt en dan vroeger het geval schijnt geweest te zijn. Er werden tien soorten lucifers , zoowel met betrekkelijk groote als met kleine kopjes onderzocht: No. Oorsprong. Phosphorgehalte in 100 kopjes in milligrammen. 1. Engelsche . 34 3. Bransche .63 3. Onbekend 4. Belgische 5. Engelsche 6. dito 7. Onbekend 8. dito 9. dito 10, dito 28
88