De hoogleeraren Hirsch te Berlijn en von Pettenkofer te Munohen hebben bij den bondsraad voorgesteld eene commissie van deskundigen te benoemen, om de middelen en wegen te leeren kennen, met behulp waarvan men het verschijnen en de verspreiding der cholera kan tegengaan. De bondsraad heeft het voorstel aangenomen. Citras magnesicus effervescens ferruginatus. Men overgiet ineen mortier 20 deelen carbonas et liydras magnesicus en 30 deelen acidum citricum crystallisatum met 200 deelen gedestilleerd water, en filtreert de neutrale oplossing in eene flesch, waarin men vooraf 50 tot 75 deelen syrupus pyrophosphatis natrici et ferrid heeft gebracht, filtreert op nieuw, verdunt met 300 deelen gedestilleerd water, en voegt eindelijk 5 deelen bioarbonas natricus bij. De syrupus pyrophosphatis natrici et ferrid wordt bereid door 30 deelen pyrophosphas natricus caloinatus en 17 deelen sulphas ferrosus exsiccatus in 600 deelen gedestilleerd water op te lossen, en de heldere oplossing met de noodige hoeveelheid suiker (omstreeks 300 deelen) bij eene zachte warmte tot stroop te brengen. Men kan deze stroop ook tot droog indampen, en verkrijgt alsdan een gemakkelijk oplosbaar kristallijn lichaam, hetwelk men kan oplossen, en waarvan men zooveel in de limonade kan brengen als men nuttig oordeelt. De citras magnesicus wordt inden vasten staat Verkregen door 33 deelen poeder van acidum citricum met 11 deelen water te overgieten, en hierbij 22 deelen carbonas et hydras magnesicus te voegen. Het mengsel wordt ineen bedekt vat bij eene zachte warmte in 2 dagen droog. Hiervan kan men als bruispoeder zooveel bij de ijzerstroop brengen als men verlangt. Om strooken perkamentpapier aan elkander te hechten, maakt men I liter dikke oplossing van gelatine en voegt hierbij 25—30 gram poeder van kaliumdichromaat. De papierstrooken worden eerst vochtig gemaakt en vervolgens met het kleefmiddel bestreken, na dit in het waterbad zacht verwarmd te hebben. Men droogt ze vervolgens op horden. Na het drogen stelt men de papierstrooken zoolang aan het licht bloot, totdat de gele lijm bruin geworden is, waarna zij in water, hetwelk 2 tot 3% aluin bevat, worden gekookt, totdat al het kaliumdichromaat uitgetrokken is. Dan wascht men met koud water en droogt. Boekaankondiging. Die Titrirmethode als selbststandige guantitative Analyse van Br. Fmil Fleischer. Leipzig, 1871. Verlag von Johann Ambrosius Barth. De maatanalytische of titreermethode vindt hoe langer zoo meer ingang in het scheikundig laboratorium. Het uitgebreide Lehrbuch der Titrirmethode 1 van Dr. Mohr heeft reeds twee uitgaven beleefd, en onderscheidene geschriften zijn van dit werk de uitvloeisels geweest, deels verkorte navolgingen, deels op zich zei- x ven staande onderzoekingen. 1 Het werk, waarvan wij hier boven den titel afschre- ] ven, behandelt de titreermethode als een zelfstandig gedeelte der scheikundige wetenschap, en we achten het voor de pharmaceuten van beteekenis, daarvan kennis te nemen. Het is in 3 afdeelingen gesplitst. Inde eerste afdeeling wor- ( den de werktuigen, normaal-vloeistoffen en de verschillende 1
' maatanalytisclie methoden beschreven (alcalimetrie, acidii metrie, oxydimctrie, iodometrie, praecipiteeranalysen). De • 2de afdeeling behandelt de methoden, om de zelfstandigheden i in mengsels te scheiden voor maatanalytische bepalingen i (scheiding der basen van elkander inde 6 hoofdgroe■ pen, scheiding en bepaling der basen, zonder ze vooraf gegroepeerd te hebben, scheiding en bepaling der belangt rijkste zuren). Inde Bde afdeeling vindt men de toe( passing tot het bepalen der waarde van belangrijke stoften inde nijverheid (potasch, soda, keukenzout, , zeep, salpeter, buskruit, zwavellever, bleekzouten, gips, ketelsteen, beenderenmeel, beenzwart, phosphorieten, aluinen , chroomijzersteen, chromaten, bruinsteen, ijzerertsen, zwavelkies, zink-, lood-, koper-, tin-, kwikzilverertsen, arsenik en antimoon bij gerechtelijk-scheikundige onderzoekingen, metaal-legeeringen. Ook wordt hier de , maatanalyse toegepast op eenige organische zelfstandigheden (azijn, wijnsteenzuur en wijnsteen, urine, suiker, guano, looizuur). Als aanhangsel dient een tal tabellen. Men ziet, er zijn onderwerpen te over in behandeling genomen, en uit alles blijkt, dat des schrijvers eigen ervaring voortdurend op den voorgrond treedt. Als een paar staaltjes van den eenvoudigen praktischen zin van het werk, deelen we mede de methode om de oplossing vaneen ferrozout zonder ferrid voor de kameleon-oplossing te bereiden, en de methode om een ferridvrij zuur te verkrijgen voor de reactie met kaliumsulfocyanaat. In plaats van het ijzer in verdund zwavelzuur in eene atmospheer van kooldioxyde op te lossen (eene methode, waarbij eene geringe hoeveelheid ferrid bijna niet te vermijden is) bereidt de schrijver de ijzeroplossing inde lucht in eene schuin staande reageerbuis en voegt, zoodra al het ijzer is opgelost, eenige zinkkorrels bij, om het gevormde ferrid te reduceeren. Indien men bij de toepassing van de reactie op ferridzouten met kaliumsulfooyanaat de vloeistof zuur maakt met zoutzuur, loopt men dikwijls groot gevaar van dwaling, omdat het zuur zelf meestal sporen èener ferridverbinding bevat. Ook hier zijn eenige korrels zink in staat, om het ferrid in het zuur over te brengen inde ferroverbinding, waarop het kaliumsulfooyanaat geene werking uitoefent. Advertentlën. P. ROERBCH, Apotheker te Maastricht, verlangt zoo spoedig mogelijk een bevoegd BEDIENDE, R. C., van goede getuigschriften voorzien. TEN BOSCH, firma W. A. YAN HOUTEN, Apotheker te ’s Bosch, vraagt tegen 1° Mei of vroeger een BEDIENDE EXTERN, net en accuraat kunnende recepteren ; of wel een Leerling- of Hulpapotheker. DIBBITS & BTAIIKE, Apothekers te Assen, vragen met 1° Mei a.s. een bevoegd BEDIENDE, van goede testamonia voorzien. Brieven franco. Br. A. A. MIDDENDORP te Ommen, verlangt tegen 1° Mei a.s., een HULPof LEERLING-APOTHEKER, tegen hoog salaris. Aanbiedingen, liefst in persoon, of per franco brieven.