PHARMACEIIIISCH WEEKBLAD
VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. i. OPWIJRDA, Apotheker te Nijmegen.
Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij D. B. CENTEN | te Amsterdam. Prijs per Jaargang, franco per post, ƒ4.50. Prijs der Advertentiën: van I tot 6 regels ƒl.—, elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een N". van het Blad. !
De stukken, welke men wenscht opgenomen te zien, worden uiterlijk Woensdagmorgen verwacht bij den Redacteur te Nijmegen; de advertentiën uiterlijk Vrijdag avond bij den Uitgever te Amsterdam.
ZONDAG 30 Maart 1873.
N°. 48.
9» Jaargang.
Wededeellngcn. Ingezonden stukken.
NITRIS AETHYLICUS CDM ALCOHOLE. PHARM. NEERE. 11.
Met belangstelling volgde ik de mededeelingen over bovenstaand geneesmiddel inde Nrs. 37, 39, 42 en 44 van dit Blad. ’t Zij mij thans vergund ook nog een enkel woord in het debat te mengen en mijne ervaring in deze voor ons altijd belangrijke quaestie hier te laten volgen. Inde eerste plaats dan w'ensch ik eender door mij verrichte bereidingen van dit geneesmiddel te bespreken, waarbij ik en de gebruikte grondstoffen en de verschijnselen, die zich gedurende de bereiding voordeden, met meer aandacht heb nagegaan dan zulks bij de gewone daarstelling van dit praeparaat door mij geschiedt. De zuivere spiritus van 30° (93°/0), die bij opgieting op zwavelzuur, dat door rectificatie met ureum van stikstof-zuurstof-verbindingen volkomen bevrijdwas, geheel kleurloos bleef, werd met het zuivere salpeterzuur van 36° (46%), dat noch loodzuur noch Chloor bevatte, inde verhouding van 14 en 3 gemengd en dit vocht uiteen glazen retort, die boven een cirkelvormige gasvlam verwarmd werd en met een Liebigschen koeler voorzien was, afgedestilleerd. Vooraf werd een thermometer door den tubus der retort tot bijna onder inde vloeistof gebracht. Bij 7 6° C. begon reeds de destillatie en ging onafgebroken voort tot de temperatuur tot 87°, het kookpunt van het mengsel, geklommen was.. Een groot deel was nu overgegaan en bleek onveranderde spiritus, die een zeer flauw zure reactie vertoonde. Om dezen tijd echter begon de inwerking van het zuur op den spiritus en ofschoon de verwarming nu ook geheel werd gestaakt, steeg toch de temperatuur tot ongeveer 9 5° en werd de toestel met roodbruine dampen van stikstoftetroxyde gevuld. Volgens Hager wordt er tevens koolstofdioxyde ontwikkeld. Zeker is het dat gezegde dampen zich slechts gedeeltelijk condenseerden. De destillatie ging na deze beschreven hevige actie snel voort en was aldra geëindigd. Het verkregen destillaat bedroeg + 70 %; riekte uitmuntend, bad een lichtgele kleur, maar reageerde tamelijk sterk zuur. De helft werd volgens onze Pharm. met eene 24% natriumhydroxyde loog geneutraliseerd en het andere deel met 1% magnesiumoxyde gemengd. Zeer opvallend was hierbij de gele verkleuring onder den invloed van deze laatste basis en leidde mij tot de gevolgtrekking, of dit neutraliseerend middel niet meer deed dan neutraliseeren. Immers ’t is mogelijk, dat de vrije basis, die wel altijd in overvloed hier
bij zal voorhanden zijn, storend op de nitriet-verbinding inwerkt. Met het oog op den verkregen spiritus nitri dulcis, geloof ik dit te mogen aannemen. Intusschen acht ik het gebruik van natronhydraat ook uiteen praktisch oogpunt meer verkieselijk. Indien echter de beschouwing van Prof. Gunning door de ervaring gestaafd wordt en wij ter instandhouding van c6«„deagdzaam praeparaat, dit zooveel mogelijk watervrij moeten bereiden en bewaren, zal de methode onzer Pharm. in dit opzicht wel moeten gewijzigd worden. Dan echter geloof ik het gebruik van magnesia usta, hoewel door verschillende Pharmacopoën voorgeschreven, slechts met de noodige voorzorgen te mogen aanbevelen. De rectificatie der beide volkomen neutrale vloeistoffen volgde uit het waterbad. Het met magnesia geneutraliseerde destillaat was vooraf afgefiltreerd. De vochten kookten bij vloeistof-temperatuur van 76°, die langzaam tot 84° klom, wanneer de destillatie snel voortging. Deze temperatuur bleef constant. Wel schuimde het vocht enkele malen op en daalde de temperatuur door deze verhoogde dampvorming een 4tal graden, maar keerde weder tot 84° terug. Op het einde der rectificatie stond de thermometer echter op 88°. Er was nu ruim 60% destillaat uit het mengsel van spiritus en zuur verkregen. De beide praeparaten waren volkomen neutraal, zeer lichtgeel getint en uitmuntend van reuk en smaak. De met natronhydraat gep.eutraliseerde spiritus nitri dulcis had het verlangde specifiek gewicht 0,850, die met magnesia usta behandeld 0,840, dus circa 1° te licht. Met ferrochloride-oplossing werd de met natronhydraat geneutraliseerde spiritus nitri dulcis terstond donker groenaohtig bruin van kleur, welke kleur bij den met magnesia usta behandelden minder intensief was. Door zuiver zwavelzuur in kleine hoeveelheden langzaam met een gelijk volumen spiritus nitri dulcis te mengen, bleven beide ook na 12 uren nog volkomen kleurloos, terwijl bij voorzichtige opgieting op het genoemde zuur, zoodat men twee duidelijk zichtbare lagen verkrijgt, op de scheidingsvlakte terstond een gele, na 12 uren eene bijna zwarte verkleuring zichtbaar was. Aan deze reactie met zwavelzuur hecht ik echter niet de minste waarde, zooals trouwens door Prof. Gunning reeds duidelijk is uitgesproken. Ik van mijne zijde vond daartoe ook nog de volgende aanleiding. Als lid der Commissie, in 1867 door den Geneeskun; digen Baad van Noord-Holland benoemd, tot het uit[ brengen van rapport in zake de herkenning van geme. thyleerd gedestilleerd in geneesmiddelen, werd mij toen • ter tpd de bereiding der in onze Pharm. voorkomende