iu ’t Pharm. Weekblad van 37 dezer heb ik de dn voorkomende proefnemingen herhaald, daar ’t ook meermalen gebleken is, dat er groot verschil bestaat ussohen zelf gestookte aqua laurocerasi en die, welke wij van leze en gene handelshuizen ontvangen hoewel ik geene lachten heb aan te heffen omtrent het gehalte aan cyaan. )e schuld van dat verschil ligt evenwel niet geheel aan ,e fabrikanten of handelaars. Wat toch zegt onze Pharm.
II? Vooreerst omtrent den tijd van inzamelen en bruik maken der bladen, niets! *) al is ook de genie lijd het najaar, toch zal er, dunkt mij, verschil zijn olie en misschien Cy-gehalte in ’t begin van September en helft of het laatst van October. Dit aangenomen, zal de pbrengst verschillen maar ook de sterkte, wat het oliegenlte aangaat. De eene maal toch zal de hoeveelheid olie, die .nwezig is, binnen den tijd vaneen dag zijn opgelost, de andere maal niet. Wat moet in dat geval gebeuren? iet; men de olie, die niet opgelost is, wegnemen of .oet men het water laugeren tijd gunnen om de olie p te lossen, en daardoor aan sterkte, ook wat cyaan aanaat, te winnen? Dit is eene vraag die, mijns inziens, wel .»e moeite waard is uitgemaakt te worden op grond van de volgende feiten. Daar ik zelf mijn Laurocerasus aankweek, heb ik den tijd ian destilleeren geheel aan mij. Dit jaar was ik wat laat n verzamelde mijne bladen de eerste week van October. )e opbrengst van water van normale sterkte was voloende; de olie was overvloedig aanwezig, zelfs zoodanig
at zij nu na ruim zes weken nog niet is opgelost. Toen ik nu na het lezen uwer mededeeling uwe proeen herhaalde, onderzocht ik het- water en vond, dat in iaats van 5 C. C.' zooals half October, ik nu 6 C. C. liquor próbatorius noodig had om de //levis turbatio” te verkrijgt het proefvocht maakte ik gebruik van solutio •cisciis. natrici van 1.33 spec. gew. van 1.3, van 1.1 1 van 1.05, hetwelk geen noemenswaardig verschil op•rdfi inde hoeveelheid nitratis argentici solutio, die ojcht werd. Toch wilde ik de proefnemingen doen en ;• -, Idoende resultaten als volgt: 23 13.5 gram aq. laur. 9 gr. aq. laur. 4.5 gr. aq. laur. 5 n amm. liq. 4.5 n aq. dest. 9 // aq. dest. 5 // amm. liq. 5 n amm. liq. vertoonden; N°. I. na 3 minuten opaliseering, na 5 // zeer sterk, na 8 // melkwit en volkomen ondoorzichtig. N°. 2. na 3'/2 // opaliseering, na 8 n bijna ondoorzichtig, na 10 // volkomen // N°. 3. na S'/a // opaliseering, die langzamerhand sterker wordt, maar doorzichtig blijft. Voor N°. 4 nam ik het mengsel als volgt: 13Vs gr. aqua laurocerasi, 5 // amm. liq , 1 // spir. rectificatissimus. Na 4 minuten opaliseerde het en was na 10 minuten volkomen ondoorzichtig. Nu volgde eene proefneming met aqua laurocerasi uit den handel van normaal gehalte aan Cy. Er werd bevonden dat *j Bij de aqua laurocerasi zelve zegt de Pharm. er wel is waar niets van, maar bij de Folia laurocerasi recentia, dat de volwassen bladen inde maanden Augustus en September moeten verzameld worden. 'Red.
IB'/j gr, aq. laurocerasi met 5 // ammonia liquida zelfs na 48 uren volkomen helder bleef. Het verschil tusschen zelf bereide en aangekochte aqua laurocerasi is hier dus nog sterker dan in ’t door u aangehaalde geval. Nog kan ik mededeelen dat ik, om het troebel worden van het gedestilleerd water te voorkomen, bij het water, voor de destillatie bestemd, gevoegd heb een paar gram acidum sulphuricum dilutum. Tot nog toe is ’t water volkomen helder, terwijl ’t verleden jaar binnen 4 weken troebel en onbruikbaar was. In hoeverre dit of eene andere oorzaak daarvan de reden was, laat ik in ’t midden. In ’t vertrouwen, dat meerdere Collega’s uwe vraag om mededeeling beantwoorden zullen, laat ik u over gebruik te maken van deze regelen, zooals u goed dunkt. Met vriendschappelijke groete enz. K. Dotjwbs Dekker, Apotheker.
Weledele heer, Naar aanleiding van uw verzoek om mededeeling van de resultaten, verkregen bij het onderzoek van aqua laurocerasi naar N°. 30 van het Pharmac eutisch Weekblad, meld ik het volgende. Na de door u genomen proeven I—31—3 bevestigd te hebben gezien, heb ik ze, daar het mij voorkwam, dat de bij N°. 2 en 3 gebezigde (door aq. dest.) verdunde vloeistoffen niet aan het door de Pharmacopoea vereischte cyaangehalte voldoen, met grooter nauwkeurigheid op de volgende wijze herhaald en ook daarbij, zooals zich wel reeds vooruit liet verwachten, uwe uitkomsten bevestigd gevonden.
«.12 Gram eener heldere oplossing van oleum laurocerasi, door schudden van eenige droppels 01. lauroo. met aq. dest. verkregen; h. 12 gram zelf bereide aq. lauroo. van vereischt cyaangeh. c.Bnn» " " " " vermengd met 4 gram eener versch bereide oplossing van acid. hydrocyanic. (met het cyaangehalte van aq. lauroc.j; d. 4 gram aq. lauroc. + 8 gram oplossing van acid. hydrocyanic.; e. 12 gram oplossing van acid. hydrocyanic. gaven met 4 gram ammonia liquida: « b ede na 5 min. flauw opal. flauw opal. helder helder helder „10 „ duidelijk duidelijk flauw „ ~ ; 15 „ ondoorzichtig ondoorzichtig duidelijk „ n ” 30 „ duidelijk „ „ „ 12 uur duidelijk zeer flauw „ Uw proefneming met chloroform vond ik bevestigd. Wat die met spir. reotifieatiss. betreft, moet ik bekennen, dat 1 gram (van ’t vereischte spec. gewicht) wel is waar de opalisatie vertraagde, maar dat ik zelfs met 3 gram na een half uur eene flauwe en na een uur eene duidelijke opalisatie waarnam. Vervolgens nam ik nog twee proeven. Eenige droppels van de bij proef n en J gebruikte vloeistoffen, vermengd met eenige droppels ammonia liq., tusschen twee horologe-glazen gaven na + 12 uur op de onderste glazen na afschenken van de bovenstaande vloeistof een beslag, dat in beide gevallen bij microscopisch onderzoek met + SOOmalige vergrooting bleek te bestaan uit zeer kleine heldere bolletjes, een verschijnsel, hetwelk het vermoeden zeer versterkt dat het oleum laurocerasi als zoodanig wordt afgescheiden.