PHARMACEUTISCII WEEKBLAD

VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. J. OPWIJRDA, Apotheker te Nijmegen.

Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per Jaargang, franco per post, ƒ 4.50. Prijs der Adver ten ti ën : van 1 tot 6 regels / I.—, elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een N". van het Blad.

De stukken, welke men wenscht opgenomen te aien, worden uiterlijk Woensdagmorgen verwacht bij den Redacteur te Nijmegen; de advertentiën uiterlijk Vrijdag avond bij den Uitgever te Amsterdam.

»e Jaargang.

ZONDAG 18 Augustus 1873.

N°. 1«.

»-<!c(’reiin"!■ n. Inserontilcii slnUken. LIJSTEN VAN DE VERGIFTEN A EN B, VAN DE VERPLICHTE GENEESMIDDELEN BIJ DB APOTIIEEKHOUDENDE GENEESKUNDIGEN EN VAN DE GENEESMIDDELEN, DIE DOOR ONBEVOEGDEN TOT UITOEFENING DER ARTSENIJBEREIDKUNST NIET BENEDEN EENE ZEKERE HOEVEELHEID MOGEN VERKOCHT WORDEN. 11. b. Be lijst der vergiften, die, mits zij een duidelijk kenmerk dragen, desverkiezende huilen de gesloten vergiftkasten mogen hewaard worden. Letterlijk handelt deze ministeriëele dispensatie tegen de wet, die on voorwaardelijk zegt, dat de zelfstandigheden, welke de Minister van Binnenlandsche Zaken, na eene commissie van deskundigen gehoord te hebben, bij openbare bekendmaking als vergiften aanwijst, in eene of meer gesloten kasten moeten hewaard worden. Zou den wetgever met het noemen van meerdere vergiftkasten misschien ook voor den geest gestaan hebben eene scheiding der vergiften in zwaardere en lichtere, of volgens de uitdrukkingen der wet zelve, in //vergiften” en //vergiftige zelfstandigheden,” waarop wij in het vorig nommer wezen? We zouden deze opvatting alleszins gepast heeten en zoo mogelijk 3 vergiftkasten aanbevelen: ééne voor de geconcentreerde zuren, ééne voor de zware vergiften, zooals er in lijst A voorkomen, en ééne voor de minder zware vergiften, de vergiftige zelfstandigheden, waarvan de wetgever eene bijzondere bewaring noodig acht. Evenwel, van den beginne af, dat onze tegenwoordige geneeskundige wetten vigeeren, is de ministeriëele dispensatie gehuldigd, en worden de gesierde flesschen, potten, doozen enz. inde apotheken gevonden en dat, zoover ons bekend is, zonder eenig bezwaar. We zijn thans op deze lijst bevrijd geraakt van eenige geneesmiddelen, die daarop ook kwalijk pasten, bij name van den befaamden nitras kalicus; verder van anderen, die en omdat zij voor een deel niet meer inde Ed. II voorkomen, chloretum hydrargyrosum ope vaporis aquae par., extract, en fol. rhoïs toxicodendri, oxydum stibicum, herba et radix gratiolae, solutio hydratis kalici, sulphas zincicus venalis, syrupus diacodii, vinum sem. daturae stramonii. Enkelen zijn tot de zwaardere vergiften A overgebracht: tinctura cantharidum, vinum opii aromaticum. Daarentegen zijn santoninum en sulphas cuprico-ammonicus basicus met recht van lijst A tot lijst B overgegaan en al de narcotische extracten, zoowel de aquosa als de

spirituosa, op de lijst B gebracht, met uitzondering van extractum lactuoae vorosae aquosum en spirituosum, die met de folia door de commissie buitengesloten zijn, wel vreemd voor eene plant, die //vergiftige salade” heet, en temeer vreemd, omdat inde lijst der maximaaldoses van de Pharm. de beide lactuca-extracteu gevonden worden. Tegenover onderscheidene zelfstandigheden, die van de lijst zijn afgenomen, ontmoeten wij er nieuwe en sommige niet zonder verwondering. Zijn dan lactas zincicus, herba en tinctura lobeliae werkelijk zulke gevaarlijke stoffen, dat ook op haar de maatregel van afzondering of bijzondere kenmerking moest worden toegepast? Ze worden niet eens aangetroffen op de lijst der maximaaldoses van de Pharm. en we meenen, dat er tusschen deze lijst en de vergiftlijsten verband had moeten bestaan. Ammonia liquida is thans ook op de vergiftlijst gebracht ; niemand zal ontkennen, dat het inwendig gebruik van ammonia liquida schadelijke gevolgen moet hebben, maar hoevele zelfstandigheden staan daarin met haar op ééne lijn! De bedoeling der commissie van 1865 met lijst R was, volgens hare memorie van toelichting, te verhinderen; dat sommige zelfstandigheden door hare overeenkomst in kleur bij eene gewone plaatsing meer dan andere tot ongelukken aanleiding geven. Dit is ook de zienswijze der tegenwoordige commissie geweest, hetgeen vooral blijkt uit het //in pulvere’’ bij radix hellebori albi en bij scilla. Maar we vragen, al is eene „mistasting” met de flesch van ammonia liquida mogelijk, zal de sterke eigenaardige reuk niet onmiddellijk de fout kenbaar maken? Veel liever dan de ammonia liquida als nieuwe zelfstandigheid op de lijst te ontmoeten, hadden wij daarop wenschen te behouden sulphas aethylicus acidus cum alcohole en solutio iodii spirituosa, beiden zeer sterke vloeistoffen, die veel met andere onschadelijke in uiterlijk aanzien overeenkomen (bijv. de ioodtinotuur met de solutio van ferrum dialysatum). Op deze vergiften B zijn al de bepalingen toepasselijk, omtrent den verkoop van vergiften in art. 13, 14* en 29 van Wet IV voorgeschreven. Door noodeloos de lijst te vergrooten, bezwaart men das noodeloos de taak van den apotheker. Het ziet er toch al vreemd genoeg uit met de belemmering van den verkoop van vergiften of vergiftige zelfstandigheden inde apotheken. Hij, die zich met een misdadig oogmerk een vergift wil verschaffen, handelt wel het onverstandigst het inde apotheek te halen, alwaar hij aan vele formaliteiten onderworpen is, die