middel worden aan de hand gedaan, waardoor, wij erkennen het gaarne, teleurstelling bij den Arts ontstaan kan, doch die, het zij met bescheidenheid gezegd, dikwijls aan een verzuim van zijne zijde moet worden toegeschreven. Heeft het Departement reeds bij de invoering der Pharmacopoea Neerlandica het bewijs geleverd van zijne zorg om de door de Geneeskundigen voorgeschreven middelen, welke niet in genoemde Pharmacopoea voorkomen, op dezelfde wijze en van goede hoedanigheid te doen vervaardigen: het is bereid dien weg te vervolgen; doch het behoeft daartoe de medewerking der Geneeskundigen zelven; en terwijl het vertrouwt die niet te vergeefs te vragen ter bevordering der Wetenschap, vertrouwt het ook niet te vergeefs als vertegenwoordiger van den Apothekersstand op te treden, indien het de morele en materiële belangen van dien stand in uwe bescherming aanbeveelt. (w. g.) D. Pas , President. A. «T. Eijk , Secretaris, Op dit schrijven is van de Afdeeling Amsterdam tot bevordering der Geneeskunst het volgende antwoord ontvangen: Amsterdam , 1 April 1565, Aan het Departement Amsterdam der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Phaemacie. De Afdeeling Amsterdam, der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst heeft in hare vergadering van 27 Maart jl. kennis genomen van de klagten, vervat inden door IJ tot haar gerigten brief dd. 15 Maart jl. Zij ziet de gegrondheid van die klagten ten volle in, en is tevens van oordeel dat de door U bedoelde handelingen minder met opzet om den een of ander te benadeelen, dan wel onvoorbedacht hebben plaats gehad. Zij houdt zich ook overtuigd dat het bestendigen van die handelingen nadeelige gevolgen voor den Apothekersstand zou kunnen na. zich slepen, en er dus zoo mogelijk maatregelen moeten worden genomen om die te voorkomen.
342