dan de loop der zaken onder de tegenwoordige wetten kon doen verwachten. Met het oog op de materiële belangen van de pharmaceulen werd inde eerste plaats besproken den gedurig lageren prijs , waarvoor veelal de medicamenten worden afgeleverd , zoodat wanneer men daarmede vergelijkt de zoogenaamde armentaxen in vele provinciën bestaande, maar al te dikwijls de stedelijke besturen meer voor hunne armen betalen, dan particulieren aan den apotheker. Niet overbodig tevens kan geacht worden in dit verslag mededeeling te doen van eene handeling van het Departement ten gevolge van meermalen geuite klagten door eenige der leden, dat enkele geneeskundigen bepaalde pharmaceuten aanwezen, door wie althans sommige hunner voorschriften moesten worden gereed gemaakt, zonder dat genoemde medici overtuigd waren, dat de verongelijkte pharmaceuten slechte medicamenten alleverden. Dientengevolge dan besloot het Departement een schrijven te rigten aan de Afdeeling Amsterdam der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, welk schrijven door genoemde afdeeling beantwoord werd; waarna door het Departement besloten is aan alle te Amsterdam wonende geneeskundigen, heelkundigen en apothekers een gedrukt exemplaar der gevoerde correspondentie te zenden. Die correspondentie was van den volgenden inhoud; Amsterdam, 15 Maart 1865. Aan de Aedeeiing Amsterdam deb Nedebiandsciie Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Het Departement Amsterdam der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Fharmacie heeft in zijne vergadering van heden besloten Uwe aandacht te vestigen op handelingen van sommige geneeskundigen, waardoor de morele en materiële belangen van den Apothekersstand ernstig bedreigd worden. Het houdt zich overtuigd dat dit voldoende zijn zal om zoodanige handelingen niet te bestendigen , verzekerd als het
340