Bekent men nu de rest der stikstof tot caseïn te behooren, zoo werd voor de caseïn een resultaat verkregen, dat aanzienlijk lager was dan hetgeen door weging van het overschot bekomen was. Dit door uittrekking der kaas met oplosmiddelen bekomen restant is alzoo geen zuiver caseïn,
maar bevat nog eene niet onaanzienlijke hoeveelheid stikstofvrije zelfstandigheden, onder welke zich in ieder geval ook cellulose van de kryptogamische vegetatie bevindt. De kaas, die na het verlies nog 214 gram woog, bevatte: Caseïn en onbepaalde ligchamen. . . 85.01 gr. Vette stoffen 46.92 „ Leucin lin alkohol I 10-288 „ Andere zelfstandigheden J oplosbaar, j 8.382 „ Onoplosbare zouten 2.25 „ Ammonia 1.95 „ Water. 59.20 ~ '214.00 ~ Vereenigt men dit resultaat met het bovenstaande, zoo blijkt het volgende; De versche ongezouten kaas bevat. . . 66.78 gr. vet. Dezelfde kaas na verloop van 2 maanden.. 56.31 „ „ » n » » »1* n 46.92 ~ „ Waaruit blijkt dat de vette stoffen na langer liggen steeds meer verminderen. De laatste gezouten kaas had van zijn oorspronkelijk gewicht van 815 grm. 76 grm. verloren. Daarvan werden 119,5 grm. aan de analyse onderworpen, en welke bestonden uit: Caseïn en onbepaalde ligchamen. . . . 40.05 gr. Vette stoffen 20.25 „ Leucin en andere in alkohol oplosbare ligchamen 9.14 „ Minerale bestanddeelen. ...... 8.375 „ Ammonia 0.837 „ Water. 40.848 „ 119.500 „
378