Over de verpleging der kinaboomen in Zuid-Amerika.

Uiteen schrijven van Don Nar cis o Doren zano te Bogota in Neu-Granada aan G-riffiths te Londen, ont' leenen wijde volgende bijzonderheden omtrent de behandeling die de kinaboomen inde Z.-Amerikaansche bos* schen tegenwoordig ondervinden. „Ik heb inden Bdinburgb Review met voldoening gelezen, dat de cultuur der kina* boomen in Oost-Indië goed gedeidt. Deze cultuur is haaf ontstaan waarschijnlijk verschuldigd aan de vrees, dat de kinaboomen ineen niet zeer ver tijdsverloop in Amerika» uitgeroeid zouden zijn, wegens de zorgeloosheid en ruwheid waarmede men bij het afschillen van den bast, tot zelfs de wortels der boomen uittrekt. Gelukkig echter is zulk eene barbaarsche behandeling alleen inde bosschen van Pitayo te vreezen, al waar de Indianen, die het grootste gedeelte van den grond aldaar in bezit hebben, den vollen teugel aan hun gelddorst vieren, terwijl er inde overige bast-distrikten een zeer verstandige handelwijze gevolgd wordt. Deze bestaat daarin, dat men van lederen boom, die geveld wordt een stomp van circa 3 voeten boven de aarde laat staan» waaruit weldra nieuwe spruiten uitschieteu en dat men de daarom heenslaande boomen verwijdert, ten einde de zonnestralen vrijen toegang te verleeneu. Op deze wijze groeijen de meeste afgehouwen boomen weder krachtig op, en als de zonnestralen goed op den uitgehouwen bodem kunnen door* dringen, komen de afgevallen zaden van zelfs tot kieming-Men is ook in sommige streken , die daartoe bijzonder geschikt blijken, begonnen, planmatige aanplantingen van kina* boomen in het leven te roepen.” Neemt men dit alles in aanmerking, dan is er geen vrees dat Z.-Amerika eenmaal ophouden zal kinabasten te leveren. (Pharm-aceutical Journal and Transactions, 1864, VI. 19.)

370