100 deelen der buitenste schilfers. 15 deelen alcoholisch extr.
100 „ „ binnenste „ 10 „ „ » Hieruit blijkt, dat de roodbruine Scilla meer door water en alcohol uitte trekken zelfstandigheden bevat dan de witte; dat verder de buitenste rokken der roodbruine zeeajuin meer hiervan bevat, dan de binnenste. Bij de witte Scilla verhouden zich de buitenste tot de binnenste tegenovergesteld. Alcohol trekt hiervan minder uit dan water. Het waterig .extract der buitenste schilfers van de witte Scilla is geel gekleurd. smaakt sterk zuurachtig bitter , en bezat de consistentie van honig. Hierin werden door het mikroskoop kleine verschillend gegroepeerde naalden waargenomen , die gemakkelijk in water oplosten , door den tijd in grootte en hoeveelheid toenamen. Het waterig extract der binnenste schilfers, vertoonde dezelfde maar iets grootere kristallen, die eveneens in water oplosten. De smaak was zuuraehtig, flaauw bitter; de consistentie taai. Het alcoholisch extract der buitenste schilfers van de witte Scilla bezat de consistentie van dikke honig, was taai, reukloos, eerst zoetachtig, daarna sterk zuiver bitter van smaak, zonder eenige scherpe bijsmaak. Zij vertoonde geen kristallen onder het mikroskoop. Het alcoholisch extract van de binnenste schilfers der witte Scilla vertoonde daarentegen groote prismatische kristallen, welke door toevoeging van water langzamerhand oplosten. Het was geel van kleur, bezat de consistentie va» honig en een zoetachtig bitteren smaak. Het waterig extract der buitenste schilfers van de roodbruine Scilla bezat eene lichtroodbruine kleur en eene sterk bittere smaak, doch vertoonde geene kristallen. Het waterig extract der binnenste schilfers van dezelfde zeeajuinwas licht roodbruin van kleur, rook even als zuurdeeg, smaakte zuurachtig bitter en bevatte een aantal oliedroppeltjes, terwijl hier en daar vrij groote in water oplosbare kristallen waargenomen werden. Eindelijk bezat het alcoholisch extract van de buitenste schilfers der roodbruine Scilla een donkerder roodbruine
312