een bol onder de zeeajuinbollen aan te treffen. De witte kleine bol, waarvan hij hier boven melding maakte is eveneens van Scilla maritima afkomstig, en wat hem van gedroogde witte Scilla in handen kwam, kon niet afkomstig zijn van Pancratium maritimum, terwijl de stukken zoodanig zijn, dat zij slechts van groote bollen konden afkomstig zijn, zoo als de Pancratium maritimum die niet kan opleveren. Overigens veroorzaken de stukken witte Scilla van onzen handel, als zij in water geweekt worden, even zeker jeuken en branden der huid, wanneer deze daarmede gewreven wordt, als met de versche Scilla, terwijl de bollen van Pancratium

rnaritimum volgens Landeier deze eigenschap niet bezitten. 3. Men is het wel algemeen daaromtrent eens, dat de buitenste drooge, parenchymlooze smaaklooze, rokken geen werkzame stof bevatten en deze daarom moeten verwijderd en niet voor geneeskundig doel moeten gebruikt worden; doch er bestaat minder eenheid inde meening, of de op deze drooge het naast volgende saprijke en betrekkelijk buitenste rokken de voorkeur verdienen boven de nog saprijker binnenste rokken, of dat het omgekeerde de waarheid ia. In vroegeren tijd hield men zich bijna algemeen aan de eerste opinie en ook tegenwoordig vind deze de meeste aanhangers; het ontbreekt echter in onzen tijd niet aan stemmen, die voor de tweede opvatting zijn. Ten einde nu omtrent dit en het volgende 4e punt tot klaarheid te geraken, nam de schrijver zoowel uit de versche roode als witte Scilla , als met de uit beiden bereide waterige en alcoholische extracten , die hij zoowel uit de buitenste als uit de binnenste rokken op dezelfde wijze liet bereiden , onder geheel gelijke omstandigheden proeven op konijnen, waaruit met zekerheid volgt, dat de betrekkelijk buitenste lagen het meest werkzame beginsel bezitten en daarom het werkzaamst zijn en dat de binnenste lagen des te zwakker in werking worden, hoemeer men tot het middenste zuiltje nadert, welke bij het groeijen de bloemschaft vormt. Overigens pleit voor dit feit reeds, dat zoowel bij de roode als bij de witte bol de buitenste rokken het sterkst bitter en scherp smaken en XV. S., Ie J. 20

305