mogen toegelaten gorden, waartoe het dan nog vereischt wordt, zoowel door chemische als ook door therapeutisch© proeven te bepalen, welke van beide Scilla-soorten de werk' en beste voor geneeskundig gebruik is. Houdt me® volgens alle pharmacopoeen vast aan TJrginea Scilla, dan ma» tegenwoordig de radix Seillae albae niet meer toegelaten worden- Insgelijks merkte Ed. Wink 1e r sommige belangrijk© verschillen op tusschen de versche bloeibare zeeajuinbol met uitwendige groene en die met bruine rokken (Phartn-Waarenkunde. Leipzig 1853 S. 2, Tafel XXIX) die hij van den droogist Gr ülln er ontvangen had , hetgeen hetn deed besluiten om d.e groenrokkige als eene bijzonder©
variëteit der roodbruine, Var. (3 viridi-bulbosa, aan te n©' men. Bijzondere omstandigheden hebben verhinderd d© quacstie uiteen botanisch standpunt uitte maken, daar d© fyloemscbaft die uit de groenachtige bol geschoten was, niet tot volkomen ontwikkeling kwam, dewijl in eene koude mei' nacht het onderste deel er van bevrozen was. Hetgeen nu Win k 1 er groenrokkige zeeajuin noemt, is de witte ScillaJ ook de Corinthische Scilla, die de schrijver bij het uitgraven volkomen wit waarnam, werd te Weenen, alwaar hij oeni' gen tijd aan het licht was blootgesteld geweest, aan de bovenste randen der rokken groen gekleurd. Ten o r e (Flor-Neap. I. 180) onderscheidt eveneens 2 variëteiten, de een© met rooden, de andere met witten bol; Kunth in zijn© Enumeratio plantarum t. IY. S. 331—333, geeft de kenmerken dezer laatste volgens Ten o r e op de volgend© wijze op: Elores undique confertim concervati, sepala alborpsea, purpureo-carinata, rotato-expansa, horis vespertiui© tantum clausa, apice obtusiuscula, ovarium ellipticum; J® varietate bulbo rubro contra fiores in racemo- laxiusculo © verticillis spiralibus seriatim dispositi, semper subilausi, (ob sepalorum basim crassam minime flexiletn), sepala niveai carina concolore, in calieem campanulatum eonniventia > apice obtusissime rotundata, ovarium ovatum; in utraqu© filamenta basi; dilatata meilifera; ovarium apice poro gemin© mellifero ad suturas alternas instructum.
302