onzuivere basis wordt ineen salpeterzuur-zout veranderd on door kristallisatie gezuiverd, welk zout dan in waterige oplossing met een overvloed van loodoiyd tot droog gebragt on uit het overschot door uitkoking met absoluten alcohol de zuivere cytisin verkregen wordt.
Het salpeterzuur-zout kristalliseert het best. Het zoutzure zout vormt met platinchlorid goed gekristalliseerde dubbelzouten. De laburnin werd verkregen door het waterig uittreksel met loodazijn te zuiveren en dan door phospho-molybdanas natricus te praecipiteren en uit het vlokkig praecipitaat door indrooging met krijt en uitkoking der drooge massa met alcohol uitte trekken. Om het te zuiveren wordt het eerst in het goed kristalliserende platin-dubbelzout veranderd, dit in zoutzure oplossing door zwavelwaterstof ontleed, het Altraat van zwavelplatina met overvloed van koolzuren barijt tot droog gebragt en het restant met kokenden alcohol uitgetrokken. Bij de verdamping der alcoholische oplossing zonderen zich groote harde kristalhoopjes af, bestaande uit goed gevormde dikke klinorhombische prismen. Zij lossen zeer gemakkelijk in water, moeijelijker in absoluten alcohol en weinig of bijna niet in aether op. Zij bevatten kristalwater, dat bij 100“ volkomen ontwijkt. Zij veranderen lakmoes niet en ontwikkelen reeds inde koude met potasch ammoniak. Verbindingen met enkelvoudige zuren konden tot nog toe niet daargesteld worden, maar behalve het platina-dubbelzout kon ook het goud-dubbelzout in schoone lange naalden verkregen Worden. De laburnin kan niet gerekend worden tot de plantenbases. Zij schijnt in scheikundig opzigt bij de asparagin te behooren. (Buehner’s neues Repertorium, 1865, No. 7.)
297