derde hoeveelheid is x/2 tot ’/}0 pCt. In plaats van versch bereid hyperoxydum cobalticum-hydraat, kan men even goed eenige droppels van het een of ander kobaltzout bij de ehlorkalkzout-oplossing voegen, daar hieruit spoedig kobalthyperoxydhydraat onstaat. Men moet echter zorg dragen eene heldere oplossing van chlorkalk te bezigen, daar eene melkachtige oplossing zoodanig gaat schuimen, dat eindelijk de geheele inhoud uit de ontwikkelingsflesch overloopt. Men bekomt zoodanig eene heldere oplossing het best door decantering. (Hager’s Fharmaceutiache CentrdUialle, 1805, No. 25.)
Bereiding van vleeschbeschuit. Van been en vet bevrijd vleeseh wordt fijn gehakt en met koud water te vuur gezet en gekookt, totdat al het oplosbare opgenomen is. Het van vet bevrijde afkooksel wordt voorzigtig tot siroopdikte verdampt, en deze siroop met fijn tarwemeel tot een dik deeg aangemengd, in vormen gebragt en gebakken. Er ontstaat dan eene lichtgele massa, waaruit men door toevoeging van zout, peper enz. door koken met water eene krachtige soep bereiken kan. De beschuit blijft lang deugdzaam en is een uitmuntend geconcentreerd voedingsmiddel. De uitvinder van dit vleeschbeschuit, dat op de Londensche industrie-tentoonstelling bekroond werd is Hall Bordes te Galveston (Texas). In Duitschland heeft Siemens van Hobenheim een clergelijk praeparaat vervaardigd, waarvan het voorschrift aldus luidt: Men kookt uit 12 ponden rundvleesch ll/2 maat vleeschnat op de gewone wijze, bevrijdt het van vezelen en vet, verdampt het een weinig en kneedt het nog warm met fijn tarwemeel. Uit dit deeg worden 1 Voet groote en 1 lijn dikke koeken gevormd, die men in eene niet zeer heete bakoven zoo lang plaatst, totdat zij gemakkelijk breken.
275