glinsterende kristallen; in chloroform is zij gemakkelijk oplosbaar , doch zondert zich daaruit niet kristallijn af. Met potaschhydraat gesmolten ontwikkelt zij ammoniak. De analyse bewees, dat de colchiceïn juist dezelfde samenstelling bezit als de colchicin.

De colchiceïn bezit zure eigenschappen, is oplosbaar in koolzure alkaliën, onder uitdrijving van koolzuur. Met eene oplossing van colchiceïn en carbonas natricus werden met ehloretum baricum, calcicum en magnesicum witte vlokkige praecipitaten bekomen, welke door warmte oplosten, doch bij bekoelen zich weder afzonderden. Chloretum ferricum veroorzaakt een groenbruin praecipitaat, nitras cobaltosus een roodachtig bruin. De koperoxydverbinding, welke bij de wisselwerking van colchiceïn-natron met sulphas cupricus als een geel groen praecipitaat neerslaat, is zeer kenmerkend, doch wordt na verloop van eenigen tijd, en bij koken dadelijk, kristallijn en donker. De colchiceïn is eene zelfstandigheid van zeer indiffereuteu aard, die door behandeling met zuren, waarschijnlijk ook door alkaliën, zonder van zamenstelling te veranderen, zelve ineen zuur overgaat. Uit deze resultaten volgt, dat inde zaden van Colchicutn autumnalc de colchicin en niet de colchiceïn vervat is. (Archiv der Pharm. Bd, CXXI, S. 193.) Over tannas manganosus en zijne bereidingen; door Y. E. Marletta De schrijver houdt de tannas manganosus voor het. beste der tonische , adstringerende en antiseptische zouten, niet alleen om de eigenschappen aan de looistof en de oplosbare zouten van het manganesium eigen, maar vooral door de bijzondere oplosbaarheid van deze looizure verbinding , in tegenstelling van alle andere metallische tannaten welke oplosbaar zijn.

273