ontleding reeds bijna geëindigd, zoo als de volgende analyse toont : Onontleed koolzuur ... 36 Zuiver kooloxyd .... . 290 Gebruikt koolzuur .... 326

5. Ammonia. Wanneer men door ammoniagas gedurende eenige uren elektrieke vonken laat gaan, tot dat het volume verdubbeld is, zoo bemerkt men, na het inbrengen van eenige droppels water inden eudiometer geene absorbtie; het schijnt hiernaar, dat er eene volkomen ontleding heeft plaats gegrepen. Laat men echter in plaats van water eenige bellen zuurstofgas bijkomen , zoo bespeurt men een ligten nevel. De omzetting is alzoo niet geheel volkomen en hieruit wordt het volgende verschijnsel verklaard: Wanneer men na ontleding van 1 vol. ammonia door de elektrieke vonken bij het nu 2 vol. bedragende mengsel van stikstof en waterstof 1 vol. zoutzuurgas voegt en er dan op nieuw, gedurende 10 uren elektrieke vonken door laat slaan, zoo bemerkt men in het bovenste gedeelte van den toestel een aanslag van sal ammoniak en het kwik stijgt dan aan den platinadraad. Op de volgende wijs is de proef naauwkeuriger te nemen. Men voegt bij het mengsel van stikstof en waterstof iets minder dan de helft van zijn volume zoutzuurgas en laat er dan zoolang elektrieke vonken doorslaan, tot dat het kwik niet meer stijgt en analyseert het resterende. Dit gaf: Ammoniagas ....... 53 53 1 Stikstof en waterstof na den doorgang der elektrieke vonken . . . 106 106 2 Bijgevoegd zoutzuur 47 152 51 Overschot (zuurstof en waterstof) 11 xVg * ’ Yoert men door de koude en warme buis een zorgvuldig gezuiverd mengsel van stikstof en waterstofgas, dat men door de ontleding van ammoniak door middel van roodgloeijend koper en zoutzuurgas in ten naastenbij aequivalente hoeveelheden gemengd heeft, zoo bekomt men op de koude buis eene geringe afzetting van sal ammoniak. Men laat, om de

266