Alle zijn wit, bijna alle zijn oplosbaar in water en onoplosbaar in alcohol. Zij onderscheiden zich van de phosphaten der alkaliën, eerst daardoor dat zij wit gepraecipiteerd worden door acidum hydrochloricum en vervolgens, hetgeen opmerkelijk is, ook door acidum nitricum, tenzij hunne oplossingen niet warm of verdund zijn. Bovendien geven de phosphaten en pyrophosphaten van thallium door alkaliën een wit praecipitaat van phosphas tribasicus, terwijl zij niet gepraecipiteerd worden door de carbonaten der alkaliën , noch zelfs door alkaliën bij aanwezigheid dezer carbonaten.

Phosphas thallicus neuter bekomt men door verzadiging, bij de kookhitte, van gewoon acidum phosphoricum door carbonas thallicus. Dit zout is zoo oplosbaar in water, dat zijne oplossing tot siroopdikte kan gebragt worden zonder te kristalliseren. Zijne reactie is alkalisch. Onder den invloed der warmte, verliest het al zijn water en wordt veranderd in eene glasachtige doorschijnende massa , de pyrophosphas neuter thallicus. Dezelfde phosphas kan zonder kristalwater gemaakt worden, maar alsdan vertoont hij deze bijzonderheid, dat hij een groot deel van zijne oplosbaarheid verloren heeft. Voegt men bij het voorgaande acidum phosphoricum tot dat het duidelijk zuur reageert, dan bekomt men phosphas acidus thallicus, welke zeer oplosbaar is en in schoone parelmoerglinsterende platen kristalliseert. Dit zout kan, ouder den invloed van warmte 1 a 2 aequivalenten water dat het bevat verliezen en, hetzij zure pyrophosphas, hetzij metapbosphas thallicus vormen. Phosphas thallicus basicus wordt bereid, door ineen der beide voorgaande phosphaten een alkali, bij voorbeeld ammonia liquida te voegen. Dit zout is zeer weinig oplosbaar in water , smelt niet dan bij eene temperatuur welke digt bij de roodgloeihitte is en geeft bij bekoeling eene witte kristallijne massa, -waarvan de densiteit vertegenwoordigd wordt door 6, 8 a 10 graden. Het bestaan van dit onoplosbare soort bewijst, dat het

240