Om het gedurig koken te vermijden bij drukke aflevering der siroop kan men eene geconcentreerde in voorraad houden , die men op de volgende wijze bereid.

2% drachmen chloretum ferrosum (Ee Cl + 2 HO} (bereid volgens Hager’s Centralhalle 1863, uo. 36) lost men op ineen once kokend gedestilleerd water, filtreert snel, overgiet met deze oplossing D/g oneen fijne suiker in eene porceleinen schaal, brengt alles aan de kook en kookt zoo lang zacht, tot dat de geelachtige vloeistof in eene bleekgroene is veranderd , waartoe niet meer dan 1 -2 minuten noodig zijn. De siroop moet heet inde fiesschen gedaan en op eene goed verlichte plaats bewaard worden. I once dezer siroop bevat 1 drachme chloretum ferrosum. De geconcentreerde siroop blijft lang goed en behoudt ook bij vermenging met syr. simplex zijue bleekgroene kleur. Yermoedelijk zal hier het ijzerzout een deel van de rietsuiker in druivensuiker omzetten, die door zijne bekende reducerende eigenschap, het chloretum ferricum in chloretum ferrosum verandert, even zoo als hot chloretum hydrargyricum door druivensuiker tot calomel gereduceerd wordt; of wel ligt zet het spoor zoutzuur de rietsuiker om in druivensuiker, terwijl de zich vormende chloretum ferricum door koken in ijzeroxyd en zoutzuur vervalt, het vrije zoutzuur de rietsuiker in druiveusuiker omzet, die dan het ijzeroxyd in oxydul verandert, dat zich met het vrije zoutzuur weder tot chloruur vereeaigt. De ongekookte syrupus chloreti ferrosi vertoont, na uitpraecipitering van het ijzer inde siroop, druivensuiker, terwijl in niet opgekookte siroop geen spoor van druivensuiker te ontdekken is. {Pharm. Zeitschr. ƒ. liussland en Hager’s pharm. Centralhalle. 1865. No. 18 )

217