Vergiften. Tegengiften.
mus. Nux vomica, looizuur, afkooksels van looizuurmiddelen, Strychnin. koude omslagen op het hoofd ; koude be* gietingen. Prikkeling der huid en afleidende klysteren. Blaauwzuur en Oplossing mn cJdorJcalk en chlorwater, teblaauwzuurbevat- vens inademing van chloriumbevattende lucht, tend water. koude begietingen en koude omslagen op het hoofd. Prikkelende, afvoerende klystereu ; ammonia liquida. Phosphorus, Braakmiddelen. Magnesia in water, of een mengsel van met 6 deelen chlorwater. Bij gebrek daarvan fijn krijt in water. Oplossing van chlorkalk. Dikke meelpap ; slijmerige of eiwithoudende dranken. Kwikzouten, IJzerpoeder met zwavelbloemen (7 d. met 4 deelen). Eiwltoplossing. Suikerwater en eiwitoplossing. Magnesia met suikerwater. Melk, Wei. Zuren. Zwavel- Magnesia in water. Tegen zuringzuur bezuur , salpeter- ter kalkwater met magnesia. Tegen zwazuur , zoutzuur , velzuur beter oplossing van eiwit met magazijnzuur , zu- nesia of vette oliën met magnesia. Daarna riugzuur en zu- kalkwater, krijtpoeder in veel water. Inde ringzure zouten, tweede plaats zeepwater, verdunde loog van asch, suikersiroop, olieachtige en slijmerige dranken, melk. Bovendien koude begietintingen, alleidende huidprikkelmgen. Zilverpraeparalen. Keukenzout. Eivvitbevattende en slijmerige dranken, Melk. Spaansche vliegen. Kamfer, Opium. Geen vette oliën. Stibium praeparc- Looizuur. Ook looizuurhoudende afkooklen. Tartaruseme- seis, zoo als van galnoten, eikebast, kina, ticus. ïormentilla. Bevorderen van het braken door het gebruik van laauvv water met boter. Bruischpoeder. Slijmerige dranken met opium. Bismuth- en Zink- Looizuur. Bij gebrek daarvan afkooksels zouten Goud- van looizuurhoudende middelen. Eiwitopzouten. lossingen. Bicarbonas uatricus. Tinzouten, Magnesia in water. Dubbelkoolzure alkaliën. Looizuurhoudende afkooksels. Eindelijk eiwitoplossing; melk. Overmatig hra- Bruischpoeder. Vlantaardige zuren. Theeken (door gebruik aftreksel. Koftij. Actherische ea speeerei-
212