UITTREKSELS UIT BINNEN- EN BÜITBNIANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.
Chemie, pliarnmcie, pharniß«ogno»ie. Bereiding van acetas cupricus neuter crystallisatus; door L. C. Jonas. Wanneer men sulphas cupricus oplost in ammonia liquida, bij aanwending van warmte, tot gebeele verzadiging toe en men bij het boogblaauw gekleurde vocht het dubbele gewicht van het zout aan geconcentreerden azijn voegt, namelijk een overvloed hiervan en men dit mengsel aan de kook brengt, zoo ziet men weldra aan de oppervlakte fijn gegroepeerde kristallen van neutrale acetas cupricus ontstaan. die bij omschudding ten bodem zinken, waardoor op nieuw kristallen kunnen gevormd wordep. De vorming dezer kristallen is zoo snel, dat het vocht in weinig tijd in twee gedeelten wordt gescheiden, waarvan het bovenste helder en groenachtig van kleur is, terwijl de onderste laag bestaat uit zijdeachtige blinkende kristallen, die men verzamelt en op een filtrum droogt. Men bekomt op deze wijze uit 1 kilogram sulphas cupricus 750 grammen kristallen van acetas cupricus neuter. De theorie waarop die snelle vorming van dit zout berust, moet gezocht worden in het ontstaan van sulphas cupricoammoniacalis. dat ontleed wordt dooreen overvloed van acidum aceticum. (£’ Union pharmacmüque en Journal de Ghimie médicale 1865 , Mai.) IV. S., Ie J. 13