filtrum opgelost in warm verdund azijnzuur en uit het filtraat door zwavelwaterstof al het indium met nog eenig ijzer e,J zink gepraecipiteerd. Deze beide metalen blijven hardnekkig daaraan hangen en zelfs na zesmaal met ammoniak ge' praecipiteerd te zijn, werd, na oplossing van het praecipl' taat in azijnzuur door zwavelwaterstof een zwavelindium bekomen , dat nog zink en ijzerhoudend was.

Ten einde nu volkomen zuiver indiumoxyd te bekomen > kan men met het beste gevolg zijne praecipitatie door car' bonas baryticus in praktijk brengen. Hiertoe is het noodig dat het aanwezige ijzer zich inden toestand van oxydul b®' vindt, dewijl het ijzeroxyd eveneens door carbonas baryticu» gepraeeipiteerd wordt. Men lost daarom het onzuivere zwavelindium op in ver dund zoutzuur. Door verwarming drijft men het in d® vloeistof opgeloste gas uit en bekomt alzoo eene oplossing waarin het ijzer als chloruur vervat is. Na bekoeling voegt men eene genoegzame hoeveelheid carbonas baryticus toe en laat, van tijd tot tijd omroereud®» 12 tot 24 staan. Men filtreert vervolgens en het filtruö1 wordt goed afgewasschen, waarna men in het filtraat al ijzer en zink dat aanwezig was zal vinden , terwijl in praecipitaat al het indium is. Men bekomt dan door out' leding van dit laatste met heet verdund zwavelzuur onüp' losbaren sulphas baryticus die men door filtratie en de oplossing bevat sulphaat van indiumoxyd, door ammoniak volkomen zuiver indiumoxydhydraat geprae®1' piteerd wordt. Deze methode is ook zeer bevredigend voor eene quauO' tative bepaling van het indium. Zoo leverden 690,6 grol, Freiberger zink op deze wijze 0,321 grm. indiumoxyd 0,0584 pCt. In O = 0,0448 pCt. In, (het atoomgewicht d®s In = 35,9 aangenomen). TJit dit indiumoxyd bereidt men het metaal op de maui®r door Eeich en Richter, door reductie met waterstofgaS’ beschreven. De eigenschappen welke door den schrijver van het indii101

100