resultaat toegeschreven aan het ureum. Overigens heeft deze bijzondere werking der urine,, die men algemeen heeft erkend, geene aannemelijke verklaring gevonden. De schrijver beeft daaromtrent onderzoekingen in het werk gesteld en daar het ureum een cyanaat van ammonia is, zoo heeft hij
inde eerste plaats onderzocht of ieder ander ammoniakzont öiefc hetzelfde uitwerksel zou te weeg brengen, hetwelk hij °ok bevestigd vond. Vervolgens heeft hij onderzocht of niet iedere andere zoutoplossing dezelfde werking zou te weeg brengen en vond inderdaad, dat men met verzadigde oplossingen van keukenzout, glauberzout, aluin enz. en zelfs öet suikeroplossing enz. een even fijn poeder verkreeg als niet ureum , waardoor dus het merkwaardige van het verschijnsel verdwijnt , om plaatste maken voor eene eenvoudige kwestie van densiteit. (Journal de Pharmacie et de Chimie, Janvier, 1865). Een nieuw indisch wormmiddel. Hierover schrijft Gr. H. K. Thwaites, direkteur van den plantentuin te Peradenia op Ceylon, aan Dr. Ha nbu r y te Londen het volgende : „Er is hier eene soort van Erytroxylon, Sethia indica D. C. die als wormmiddel in grooten roep staat. De bladeren daarvan worden gedroogd, tot poeder gébragt en aan kinderen met gekookte rijst gegeven, Sethia acuminata An. wordt eveneens voor gelijk doel op dezelfde wijze aangewend. Wanneer het de moeite waard is een weinig van de gedroogde bladen voor eene analyse over te zenden, zoo kan men zich daarvan eene genoegzame hoeveelheid aanschalfen inde vlakte 111 de nabijheid der zee. Hier te lande is het middel bekend °uder den naam van Matura Worm Medicine.” (.Pharm. Journal and Transact., Oct. 1864, pag. 193).
93