UITTREKSELS UIT BINNEN- EN BUITENLANDS CHE TIJDSCHRIFTEN. Cliemie, phaimacie, pharmacognosle.

Onderlinge vergelijking van de narcotische en vergiftige werking van het opium en zijne alkaloïden; door Claude Bern ar d. Het opium is een mengsel van verschillende zelfstandigheden , wier eigenschappen niet dezelfde zijn j bij gevolg is zijne werking op de dierlijke huishouding niets, zoo als Bernard zich uitdrukt, dan eene resultante, waarvan het van belang is de composantes te leeren kennen. Bernard heeft alzoo afzonderlijk de uitwerkselen der morphine, narceïne , codeïne, narcotine, papaverine en thebaïne onderzocht. De drie eerste alkaloïden bezitten slaapverwekkende eigenschappen, maar elk hunner op eene verschillende wijze; de drie anderen missen deze eigenschappen. Zij werden als zoutzure verbindingen op dieren, voornamelijk op honden beproefd en werden nu eens inde maag, dan in het rectum gebragt, of ook wel in het onderhuidsche celweefsel ingespoten. 5 centigrammen (= % grein) hydrochloras morphicus zijn voldoende om een hond van gemiddelde grootte te doen inslapen. Gedurende den slaap is de gevoeligheid verstompt, maar niet vernietigd. Het dier ontwaakt op eene bijzondere wijs. Het geeft blijken van vrees, verstoring van zelfbewustzijn , welke verschijnselen ongeveer 12 uren aanhouden. 5 centigrammen hydrochloras codeïnicws brengen bij een hond van dezelfde grootte een minder diepen slaap voort; hij ont-