15' Jaargang. 22 September 1878. N". 21.
PHARMACEUTISGfI WEEKBLAD
VOOB ÜBDEELAUD.
Yoor Apothekers en Apotheekhoudende Geneeskundigen.
Redacteur: R. J. OPWIJRDA, te Nijmegen.
Prijs per Jaargang, franco per post, f 5,20. Advertentiën: van I—s1—5 regels f 1,—, elke regel meer 20 Cts. en 10 Cts. voor een N°. van het blad. Een Abonnements-iarief is op aanvrage verkrijgbaar. Ulededeelingen. Ingezonden stukken. EENARMIG WEEGWERKTUIG OM HET SOORTELIJK GEWICHT VAN VLOEISTOFFEN TE BEPALEN. THERMOMETERSTAAF VOLGENS REIMANN. *)
Het weegwerktuig, ingericht volgens hetbeginsel van Mohr, bestaat uit eene gepolijste kast, een geelkoperen statief op de kast, het daarop verschuifbare en draaibare draagstuk (lagerstück) benevens den graadboog en den draagbalk, waarvan de arm rechts in 9 gelijke insnijdingen en met inbegrip van de eindas in 10 gelijke deelen verdeeld is. Tot het weegwerktuig behoort verder een glazen cilinder om de vloeistof op te nemen, waarvan men het soortelijk gewicht bepalen wil, een onderstuk daartoe, de thermometerstaaf en de gewichten. Deze thermometerstaaf heeft met inbegrip van den platinadraad eene zwaarte van 10 gram en verplaatst 5 gram gedestilleerd water bij 15° C. Diensvolgens is het eenheidsgewicht 5 gram en zijnde opvolgende gewichten 0,5, 0,05 en 0,005 gram zwaar. Voor het gebruik van het weegwerktuig zet men het geelkoperen statief met het draagstuk op de kast, brengt in het draagstuk den draagbalk en hangt de *) Ia Hager’s Cenlralhalle, waaraan wij bovenstaande figuur en beschrijving ontleenen, vinden wij tevens het adres opgegeven van li. Reimann, Mechaniker, Berlin, S. O. Sohmidstr. 32. De prijs vaneen eenarmig weegwerktuig met thermometerstaaf («Thermometerkörper” staat er in het oorspronkelijke) is van 30—36—50 Mark, de prijs van de thermometerstaaf 4,50 Mark.
UITGEVER: D. B. CENTEN, A.IVCSTERXSAV3VC. thermometerstaaf aan het einde van den draagbalk, zoodat de tong in het midden van den graadboog staat. Afwijking wordt door schroeven links vereffend. Verder hangt men, nadat men het weegwerktuig met de thermometerstaaf in evenwicht gesteld heeft, het grootste ruitergewicht bij de thermometerstaaf en laat deze laatste in gedestilleerd water bij 15° C. zoo ver zinken, totdat het weegwerktuig in evenwicht is. Men let voornamelijk op dit punt, dewijl men bij alle later te wegen vloeistoffen hetzelfde standpunt van de ingedompelde staaf inde vloeistof moet behouden. De ineengewonden platinadraad aan het oogje van de ingedompelde staaf, moet zich beneden het niveau der vloeistof bevinden. Is het weegwerktuig met het eene ruitergewicht in evenwicht gebracht, dan vervangt men dit dooreen ander gewicht van gelijke grootte en ziet of ook nu het evenwicht blijft, waaruit blijkt, dat beiden even zwaar zijn, beiden afzonderlijk zooveel wegen als de staaf water verplaatst. Elk der gewichten moet 5 gram wegen, de thermometerstaaf compleet 10 gram; diensvolgens moeten beide gewichten, zoo zij juist zijn, in plaats van de thermometerstaaf gehangen, het weegwerktuig eveneens in evenwicht brengen. Daaruit volgt, dat het verplaatste water inde opgegeven gewichtsverhouding met de afzonderlijke gewichten overeenstemt. Verder dat het absolute gewicht van dein te dompelen staaf dubbel zoo groot is als het gewicht van het verplaatste gedestilleerde water bij 15° C. Hieruit volgt verder, dat wanneer eender gewichten 5 gram zwaar is, de opgegeven gewichtsverhoudingen juist zijn. Bij onderzoek eener vloeistof, die lichter dan water is, moet men, nadat men den glazen cilinder met de vloeistof gevuld heeft, het grootste ruitergewicht zoodanig op den verdeelden arm van den draagbalk in eene der insnijdingen hangen, dat het weegwerktuig in evenwicht staat. Bevindt zich nu tusschen de met 1,3, 3,4, 5,6, 7,8, 9 aangeduide insnijdingen eene plaats, waardoor het Verkrijgen van evenwicht mogelijk is, dan hangt men het grootste gewicht op de insnijding met het laagste cijfer en tracht het evenwicht met.een kleiner ruitergewicht te bereiken. Hangt bijv. het grootere ruitergewicht op 8 en het kleinere (daarop volgende) ruitergewicht op 5, dan geeft 8 de eerste decimaal, 5 de tweede aan. Het soortelijk gewicht zou dus zijn 0,85. Nog verdere (derde en vierde) decimalen worden door het inhangen van de opvolgende kleinere ruitergewichten bepaald. Komen twee gewichten in eene en dezelfde insnijding te hangen, dan hangt men het kleinste aan het grootste.
De stukken, welke men wenscht opgenomen te zien, worden uiterlijk Woensdag-morgeu verwacht bij den Redacteur. De Advertentiën uiterlijk Vrijdag-avond bij den Uitgever. Is de te onderzoeken vloeistof zwaarder dan water, zoo hangt men eender grootste ruitergewichten aan de rechter eindas aan het cijfer 10 als 1,000. De verdere bewerking is voor het bepalen der decimalen dezelfde als beschreven is. Het voordeel der thermometerstaaf van Reimann is voornamelijk daarin gelegen, dat men bij het breken van dat werktuig gemakkelijk een van geheel hetzelfde gehalte verkrijgen kan, zoodat men niet noodig heeft, zooals bij andere voor indompeling bestemde werktuigen, den geheelen toestel te veranderen. Reimann heeft de bezwaren overwonnen, om dergelijke staven steeds geheel van hetzelfde normaalgehalte te vervaardigen. Mijnheer de Redacteur! In het stuk, dat in N°. 20 van uw Weekblad handelt over het Onderwijs inde Pharmacie aan de Universiteiten enz. komen met betrekking tot Leiden eenige onjuistheden voor, die ik niet stilzwijgend kan laten voorbijgaan, vooral niet oïndat enkele uitdrukkingen den schijn hebben alsof ik onverschillig zoude zijn omtrent de studie der pharmaceuten en mij hunner niet zoude aantrekken. Niets minder dan dit is in werkelijkheid het geval. Mijnheer de Redacteur! en niets voorwaar I zoude mij aangenamer zijn dan mij geheel te kunnen wijden aan het voor hen bestemde onderwijs, zooals ik mij bij de aanvaarding van mijn professoraat had voorgesteld. Doch i/ ultra posse nemo obligatur De toestand is hier inderdaad in dit opzicht allertreurigst; geen lokaal, geen enkel hulpmiddel is beschikbaar; het Chemisch laboratorium is zoodanig bezet, dat, de beide Hoogleeraren inde scheikunde alleen met veel overleg hunne colleges zoodanig konden regelen, dat het onderwijs zonder stoornis kan worden gegeven, doch voor een derden Hoogleeraar is allerminst plaats. Bij mijne komst alhier werd dan ook aanstonds uitgezien naar een hulplokaal dat, in afwachting van het eigenlijk Pharmaceutisch-Chemisch Laboratorium, hetwelk was aangevraagd, voorloopig zoude kunnen ingericht worden, om het onderwijs te doen aanvangen. Weldra mocht ik met behulp van den opzichter van de Universiteitsgebouwen daarin slagen, zoodat de noodige voorstellen werden gedaan, om een klein Kijksgebouwtje (dat aan de voormalige Arrondissemeuts-rechtbank had toebehoord) behoorlijk in te richten. Het is intusschen gebleken dat dit voor andere doeleinden gebruikt moest en moeilijk kon gemist worden, althans nog steeds laat een beslist antwoord op zich wachten. Van het eigenlijk Pharmaceutisch Laboratorium schijnt