de Pharmacie kan uitoefenen, hoeveel zelfopoffering er ge vorderd wordt, om met eer en getrouwheid aan hare eischen te beantwoorden, en welke verpligting de maatschappij heeft aan eene getrouwe vervulling daarvan.
Zal het vak door anderen in eere gehouden worden, en de belangen daarvan niet worden gekrenkt en bedorven, dan moeten de Pharmaceuten zelve daarvoor waken en strijden , en zal dit invloed oefenen en de gewenschte vruchten dragen , dan moet dit met eensgezindheid en met vereenigde krachten plaats hebben. Persoonlijke pogingen en wenschen baten hier weinig, en ook daarom is deze Maatschappij in het leven geroepen. Zij is door de regering erkend; zij is een zedelijk ligchaam. De stem eener geheele Maatschappij laat zich zoo gemakkelijk niet smooren , en het is daarom voor de eer en den bloei der Pharmacie noodzakelijk , dat deze Maatschappij blijve bestaan en zich uitbreide. In haar kunnen de Pharmaceuten een algemeen en krachtig orgaan bezitten, waardoor de wetenschappelijke beoefening kan bevorderd worden , eene vereeniging, waarin de algemeene belangen kunnen besproken worden , en die zich in het openbaar met gematigdheid, maar met moed en ernst verklaart, als dit gevorderd wordt. In het buitenland hebben zulke Maatschappijën onberekenbaar veel nut gesticht, en waarom zou men dan in Nederland dit uitstekend voorbeeld niet volgen ? In het wel begrepen belang van het vaderland moeten wij trachten deze Maatschappij over deszelfs geheele oppervlakte uitte breiden ,en mogten onze krachtige pogingen worden gezegend, dan zullen de Pharmaceuten zich later daarover het meest Verblijden. Vooral in dezen tijd geldt de spreuk : „Vis unita fortior.” Nadat de Secretaris de voorloopige aanteekeningen heeft voorgelezen, welke goedgekeurd worden, en de afgevaardigde uit ’s Gravenhage het bestuur en de afgevaardigden zijn dank betuigd heeft voor hunne medewerking, sluit de Voorzitter de vergadering. De dag werd door de hoofdbestuurders en afgevaardigden
303