Sumatra, alsmede op andere eilanden van den Indischen Archipel voornamelijk om de Betelnoot aangekweekt; de vrachten hangen in volle bundels bij elkander en zijn als zij rijp zijn oranjerood van kleur, waardoor zij een in ’t oog loopend contrast vormen met de donker groene kleur der bladen.
De afzonderlijke vruchten bezitten ongeveer de grootte van een hoenderei; het buitenste omkleedsel is vrij dik en grofvezelig en nadat deze verwijderd is bespeurt men de nog door eene dikwijls moeijelijk af te zonderen schaal omgeven zaadkern, de eigenlijke betelnoot, welke op het uiterlijke overeenkomst bezit met eene moschaatnoot, maar meer kegelvormig is. Zij vertoont op de dwarse doorsnede eene afwisselend witte en bruinrood gestreepte kleur, terwijl de bruinroode gedeelten , welke de adstringerende stof bevatten, de overhand hebben; deze bezitten eene meer of minder wigvormige gedaante en zijn met het breedere gedeelte tegen den omtrek van het zaad gerigt, terwijl in het midden eene vuil witte massa, het eigenlijke zaadeiwit, bespeurd wordt. Hoe grooter het aantal der bruinroode strepen is, des te hooger worden de betelnooten geschat; eveneens ia de bleekblaauwachtige kleur van het zaadeiwit een kenteeken van deugdzaamheid. De Arecapalm (Areca Catechu Willd. van caie, boom, en chu, het sap) wordt deels in tuinen, deels in afzonderlijke aanplantingen verbouwd ; deze laatsten bevinden zich steeds inde nabijheid der dorpen, waardoor deze een zeer schilderachtig aanzien bekomen. Deze palm bemint, even als hare vereerders de Maleyers de nabijheid der zee, alwaar zij het beste gedijdt; zij begint eerst in het derde jaar vruchten te dragen en men schat de opbrengst vaneen krachtigen boom inde aanplantingen op 14 pond betelnooten, hetgeen 10,000 stuks boomen op den morgen uitmaakt. De prijs van het zaad bedraagt gemiddeld een’ schilling de centenaar. Ook de bloemschede dient tot vervaardiging van drink- en bakvaten, alsmede tot het waterdigt maken van booten, terwijl het hout dezer palm geringe waarde bezit. De belangrijke stapelplaats voor de betelnoot of addaca
361