veelheid omtrent 30 grammen zal bedragen hebben. Na de uitdamping van de oplossing in salpeterzuur op het zandbad en het verwijderen van den overvloed van het zuur door water, bleef een overvloedig licht chocoladekleurig afzetsel terug, dat weder in gedestilleerd water werd opgelost. Er bleef op het filtrum eene geringe hoeveelheid onaangetast oxyd terug. Bij eene andere bewerking, die geheel dezelfde resultaten gaf, had hij 10 grammen uit gadolinit verkregen ceriumoxyd gebruikt, Acidum nitrieum, hyposulphis natricus en sulphas kalieus brengen in oplossing van dit salpeterzure zout praecipitaten voort, onder welke de laatste slechts zeer onvolkomen in heet water oplosbaar is. Toen Bahr op de boven vermelde wijze een mengsel der gegloeide bases met zwavelzuur vereenigde, verkreeg hij een produkt, waarin minstens een deel van het eerium zich in den toestand van oxyd Ce8 04 moest bevinden, hetwelk zijne praecipitering door hyposulphis natricus verklaart; er kan zeer wel tegelijkertijd eene geringe hoeveelheid didymium mede gevoerd zijn geworden. Uit boven aangevoerde feiten komt het den schrijver genoegzaam bewezen voor, dat men het wasium als identisch met eerium moet beschouwen. In ieder geval heeft het onderzoek van Bahr eene opmerkelijke anomalie aan het licht gebragt: namelijk het bestaan vaneen basisch salpeterzuur zout, dat bij aanwezigheid eener zelfs slechts geringe hoeveelheid salpeterzuur onoplosbaar in water wordt. Naschrift 70 grammen ytteraarde welke volkomen van eerium bevrijdwas, leverde den schrijver geen spoor van zoogenaamde wasium-verbindingen; hij kon er noch erbin hoeh terbinaarde uit afzonderen, en hoopt later daarop terug te komen.
329