hydraat met zwavel en water behandeld; de oplossing werd blaauw gekleurd, maar bij bekoeling was ook hier de kleur verdwenen. Men verkreeg evenmin resultaten, wanneer 6r nog kalk, baryt enz. bij de aluinaarde gevoegd werden. Ook andere proeven, welke werden genomen, inde hoop alz°° ultramarin op den natten weg te bekomen, waren vruchtelo°s* De schrijver leverde voorts ook nog eenige theoretisch6 beschouwingen over de vormen der zwavelzure zouten 69 van de zwavel inde natuur, waarnaar wij echter naar het oorspronkelijke moeten verwijzen. (Annal. der Chem. u. Pharm, Bd. 129. 8. 350..) Over het Wasium van Bahr; door Delafontaine. Wij hebben in het begin van dit jaar berigt gegeven, d9* Bahr in sommige mineralen van Noorwegen en Zweden 609 nieuw metaal Wasium zou gevonden en tevens dat dit v01g699 onderzoekingen van Nickles onzuiver ytteraarde zou z'J9' Thans heeft Delafontaine nader daarover het volgeud0 bekend gemaakt (ArcJuves des Sciences physiques et naturk T. 18. p. 369.) Hij vangt aan met de opmerking, dat in het algen»69ll de kenmerken, waarop Nickles zijne meening baseert, ui0*' voor het niet bestaan vaneen nieuw element gelden kuiau011’ daar de eigentlijke aarden deze meest allen gemeen hebh69' Want de zouten van Cerium, Lanthanium, Didymhu9’ Thorium enz. verhouden zich allen op dezelfde wijze 1 acidum oxalicum, oxalaten der alcaliën, sulphas kalicus 011 potasch, zonder dat men daaruit besluiten mag, dat d0 daarin aanwezige bases niet van elkander verschillen. jn het onderhavige geval, bezit het Wasium bovendien 0 _ nog oogenschijnlijk geheel bijzondere reactiën en de sch01 kundigen, die geen gelegenheid gehad hebben met d6 111 cerit en gadolinit aanwezige metalen proeven te nern09’

326