eene andere, op het eerste gezigt met Calisaya veel overeen*

komende, maar aanmerkelijk dunne gele kinabast, waarvan hij eveneens een monster van Howard ontvangen heeft. Dit heeft de schrijver ten vorige jare vaneen bekend pharmacognost ontvangen onder den zonderlingen, doof Delondre geliefde benaming van China Huanuco plani' Men begrijpt van zelve, dat zulke nietsaanduidende benamin' gen bepaald verwerpelijk zijn, daar de gerolde Huanuco gee® bepaalde cinehonabast is, maar een mengsel van minstens drie basten, namelijk de C. micrantha B. en P., de C. How., en de C. nitida E. en P., waaronder nog die van C. wmbellifera Pav., C. suberosa Pav., C. lucumaefolia PaV« enz. zijn bijgemengd. Bijgevolg heeft de stambast minstens van de drie eerste species aanspraak op bovengenoemde be* naming, terwijl hier slechts de bast van den stam van & nitida bedoeld wordt. Deze is naar Londen over Para gekomen, waarheen zij °P de Amazonenrivier is verscheept; dit nu is eene geheel nieu^6 weg voor den uitvoer van kina , welke men eerst schijnt ge' bruikt te hebben. Sedert de verbindingsweg van Huanuco den Ucayali, eender belangrijkste nevenstro omen van de Amazonenrivier voor het verkeer is opengesteld. Zoo als Howard reeds in zijne quinologie (Illustrations Pavons quinologie) in het hoofdstuk over C. nitida aanvoert» heeft men reeds vroeger dikwijls getracht, de uit de pr°' vincie Huanuco afkomende gele basten als Calisaya op “6 markt te brengen. De voorliggende bast bezit eene buitenvlakte , waarop slechts hier en daar kleine overblijft^9 van schors, alsmede flaauw geteekende overlangsehe vore0 en vingerindrukken aanwezig zijn. De binnenvlakte is W golfvormig gestreept, hier en daar door het indrongen u’t elkander gescheurd; de dwarsbreuk is volkomen kortvezebg» doch men kan er met den nagel langs de randen tamelijk lange vezels afnemen, daar het weefsöl op verre na compact niet is, als bij de Calisaya. Bij een nog verschen bast moet de dwarsbreuk roodacbtté zijn. Bij kaauwen ontwikkelt er spoedig een zuiver bitter65

302