®Q hierdoor is ons weder eene nieuwe eigenschap van het acidum kinovicum als geneesmiddel ontdekt, welke zich aansluit aan de tonische eigenschappen door dr. de Vrij aan het kinovazuur toegekend.” Het blijkt alzoo uit de ondervinding, dat niet alleen mijn vermoeden omtrent de tonische eigenschappen van het kiöovazuur allezins gegrond was , maar tevens dat het een geneesmiddel is tegen intermitterende koorts. Op dien grond heb ik tijdens mijn verblijf te Madras aan Z. Exc. den gouverneur den raad gegeven om bet gebruik der kinabladeren 111 Britsch Indië te doen beproeven als voorbehoedmiddel tegen moeraskoorts , welke in sommige streken aldaar een ware plaag is. Door namelijk de afvallende bladeren inde kinaplantagiën te verzamelen, zou men daarvan zonder groote hosten met spiritus van 50 pCt. eene tinctuur kunnen bereiden , in welke vloeistof het kinovazuur gemakkelijk wordt °pgelost, terwijl het bladgroen en sommige andere werkeloze stolfen onopgelost blijven, zooals mij door eene te Ootacamund door mij genomen proef gebleken is. Ik koester de verwachting dat een doelmatig gebruik van zulk eene tinctuur als prophylactieum menig geval Van moeraskoorts 2ou voorkomen, in plaatsen waar ze endemisch is. De hininefabriekanten werpen jaarlijks honderde ponden kinovasuur weg, terwijl het kinovazuur van de kina, die voor de-c°cta of extractbereiding gebezigd is, eveneens nutteloos verloren gaat, zoodat men dus des verkiezende met weinig hosten groote hoeveelheden van kinovazuur zou kunnen bedden. Daarvoor toch zou niets anders noodig zijn dan de Voor andere doeleinden reeds gebruikte kina met eene dunne houde kalkmelk te trekken en het hierdoor verkregen aftrek-Seh na filtratie, door zoutzuur of salpeterzuur te praecipiteren. verhitting van de aldus flaauw zuur gemaakte vloeistof tot kokens toe , wordt het als eene volumineuse geleiachtige massa afgescheiden kinovazuur op eene coleerdoek verzameld , afgewasschen en gedroogd. ’s Hage , 23 April 1864.
291