Nieuw reagens op chlorium; door A. Genlis-

Algemeen bekend is het gebruik van chlorium als bleekmiddel inde industrie ; daaraan is echter een nadeel verbonden in het aan blijven hangen van het chlorium aan de gebleekte stoften , dat daarop door de*n tijd vernietigend m* werkt. Men heeft daartegen verschillende middelen trachten aan te wenden en onder deze middelen, de anti* chloren, bekleedt de hyposulphis natricus ontegenzeggelijk eene eerste plaats. Er zijn echter aan zijn gebruik bezwaren verbonden , doordien het moeijelijk is naauwkeurig het oogenblik te erkennen dat al het chlorium geneutraliseerd is, zoodat men steeds aan het gevaar is blootgesteld , te veel of te weinig aan te wenden. Een zeer werkzaam reagens op chlorium , waarmede men gemakkelijk kan ontdekken of er genoeg antichloor is toegevoegd, is een van iodetum kalicum en stijfsel, doch welk mengsel vooral inden zomer niet lang goed blijft, zoodat de bleeker en papierfabriekant het ten hunnen behoeve zelf moeten bereiden, en daar deze personen inden regel zeer weinig bedrevenheid hebben inde eenvoudigste scheikundige bewerking» zoo wenden zij dan liever maar in het geheel geen antichloor aan. Daar nu echter ook het chloretum zincicum in hoog® mate de eigenschap bezit om gisting te verhinderen en tevens , zoo als Béchamp geleerd heeft, ook stijfsel op ie lossen, zonder dat deze laatste de eigenschap verliest door iodium blaauw gekleurd te worden, zoo ismen in staat alz°° een reagens te bereiden, dat lang onveranderd blijft en eve® zoo gevoelig ia als hetgeen tot nog toe in gebruik is. bereidt het door 5 gram stijfsel, 20 gram chlorzink en gram water tezamen gedurende een uur te koken en er daö na bekoeling 2 gram iodetum zincicum bij te doen , dat lV zoo veel water is opgelost, dat men 1 liter vloeistof bekom*" Het iodetum zincicum verkrijgt men door direkte inwerkiöÉ» van’ iodium op metallisch zink. Het nieuwe reagens w'°r juist zoo aangewend als het gewone en geeft nog eene a

248