cohol, welke flaauw gekleurd was geworden , zoo bekwam men eene kleurlooze vloeistof, het deplaceerwatér, waardoor bewezen werd, dat de deplacering niets te wenschen overliet. 3. 40 grammen herba Digitalis Werden met 200 grammen alcohol van 63° behandeld en vervolgens door water dé deplacering voleindigd. Er werden 200 grammen tinctuur Verzameld. Deze werd aan eene destillatie onderworpen en gaf de volgende produkten : Volkomen droog extract. . . . 14,20 Alcohol a 60° C. 178,00 Verlies 7,80 2 po,oo ' In dit resultaat moet het hygrometrisch water der Digitalis mede in rekening gebragt worden en kan het deplaceerwater hierin niet dan voor een uiterst gering gedeelte in rekening komen. Na de bekóining der 200 grammen tinctuur werd het terugblijvende in B aan eene destillatie onderworpen, en werd daaruit verkregen 181 grammen spiritueus vocht van 5° C., hetgeen 10 grammen alcohol van 63° vertegenwoordigt. 4. 100 grammen pulvis Cubebae, werden met 250 gram» men aether uitgeloogd en met water gedeplaceerd. Er werd 245 gram aetherisch vocht bekomen. Dit produkt dat in ’t begin donker van kleur was , verminderde langzamerhand in kleur en werd op het laatst, bij de inzameling der laatste hoeveelheden aether, kleurloos. Daarna kwam het zwart gekleurde waterige vocht, dat scherp vaü. het eerste was afgescheiden. Neemt men nu in aanmerking de buitengemeene vlugtig* heid van het voermiddel, de geringe hoeveelheid extractiefstof, die de Cubeba er aan afstaat, zijne sterke aankleving aan het organische Weefsel, dat door de deplacering onmogelijk te vernietigen is , alsmede de andere oorzaken van verlies , welke boven reeds zijn aangeduid, zoo is het duidelijk dat dit resultaat zeer opmerkelijk is. De cubebin van Labelonye, op dezelfde wijze bereid> gaf de commissie gelegenheid waar te nemen, dat de alcohol

234