grammen sulpbas ehinicus. China rubra ... ■ 20 è, 25. „ „ pallida . . . . . . . 15 a 18. „ Loxa (Aequator) gris fin condaminé. 8 „ „ (gris fin nagrella) 2 „ flava Guayaquil 3è 4. „ „ aurantiaca dura (N. Granada). 18. „ Calisaya Santa Fè de Bogota. . . 30 a 32. „ Pitaya 20 a 26. „ Carthagena lignosa (N. Granada). . 20 a 25. „ flava aurantiaca Mutis. . • . . 20 a 16. „ rubra Mutis 12 a. 14, „ rosea (N. Granada) 18 ~ Maracaïbö. 3a 4. „ Cusco (Peru) inferiora a 50, „ inferiora de Lagos (Kust van Afrika). „ a 60. „ grisea convoluta (Aequatör). ... „ a 60. „ inferiora rubra pallida (N. Granada) » a 18. „ alba (N. Granada) inferiora. ... „a 6. Répertoire de Chimie appliquée en Journal de Ghimie médicale. Nov, 1863. p. 673. Over de voordeeligste bereidingswijze van onderscheidene mangaanzure zouten; door prof. R. Boettger. Hypermanganas Jcalicus, Yoor de bereiding van kleinere hoeveelheden van eenige oneen bezige men eene kleine dunwandige smeltkroes van geslagen blik en als warmtebron een Bunsen’sche gaslichtlamp. Inde kroes brenge men een mengsel uit 2 gewigtsdeelen kalihydraat en 1 gewigtsdeel chloras kalicus in smelting; wanneer dit geschied is, neme men de kroes van het vuur. Men brenge nu van tijd tot tijd inde gesmolten massa, onder omroeren met eene
22