damp, bezit niet alleen'de eigenschap zich met salpeterzuur te verbinden en schietkatoen te vormen , maar tevens met veel kracht zekere gassen en voornamelijk ammoniak, acidum hydrochloricum en hydrogenium sulphuratum te absorberen, welke absorbtie wordt voortgebragt onder ontwikkeling van warmte en verbinding van het gas of van zijne elementen
met de fulminose. De absorbtie dezer verschillende gassen wordt in ’t algemeen vergezeld door eene ontwikkeling van warmte, welke aanzienlijk genoeg is, om de aanwezigheid van eene krachtige chemische werking te bewijzen en inderdaad verbindt zich de ammonia met de fulminose en onder vorming van eene stikstof houdende verbinding, overeenkomende met die, welke met salpeterzuur het schietkatoen daarstelt. De absorberende kracht door de fulminose op de gassen uitgeoefend, levert veel overeenkomst op met het vermogen dat de houtskool bezit, welke eveneens de gassen absorbeert maar in verschillende hoeveelheid; want volgens onze proeven zien wij , dat de fulminose slechts krachtig werkt op de gassen die hydrogenium bevatten. Deze zelfde zelfstandigheid levert eene tweede even opmerkelijke eigenschap als de voorgaande, zij werkt namelijk even als platina en wel met dezelfde kracht, ter verbinding bij de gewone temperatuur van de zuurstof en de brandbare gassen. Al deze eigenschappen vindt men met hetzelfde vermogen terug in eene andere zelfstandigheid, die eveneens eene modificatie is van de cellulose, voortgebragt onder den invloed van de ontwikkeling van twee mikroskopische zwammen, welke door Sowerby en Knowies zijn onderzocht geworden en waaraan zij den naam van Xylostroma giganteum en Boletus lacrymans gegeven hebben. Wanneer het hout aan den invloed der levenskracht onttrokken is en geplaatst onder de geschikte voorwaarden van temperatuur en vochtigheid, zoo wordt het weldra door eene of twee soorten van Mycodermae vaneen draadvormig aanzien en witte kleur voorzien , die zich tusschen de lagen van het hout ophoudende, binnen inde vezels en vaten de
381