3/10000 aequiv. aconitin = 0,0267 grn. 1/20000 „ atropin 0,0145 „ 1/20000 „ narcotin = 0,0213 „ 1/20000 „ strychnin n 0,0167 „ 1/20000 „ brucin 0,0233 „ 1/20000 „ veratrin = 0,0269 „ 1/30000 dubbel aeq. morphin = 0,0200 „ 1/20000 „ „ coniïn = 0,00416 „ 1/40000 „ „ nicotin = 0,00405 „ 1/60000 „ „ chinin = 0,0108 „ 1/6ÖOOO „ „ cinchonin 0,0102 „ 1/60000 „ „ chinidin = 0,0120 „
De praecipitaten zijn dubbelzouten van iodetum hydrargyricum en hydriodas der organische basis. Daar er een gedeelte van het kwik dat tot de praecipitatie dient inde oplossing blijft, zoo ziet men, dat men gebruik moet maken vaneen normaal vocht, bereid door eene oplossing van chloretum hydrargyricum en niet van iodetum hydrargyrico iodeti kalici; met iodetum hydrargyricum zullen de resultaten zeer onderscheiden zijn. Om dezelfde reden moet men het normale vocht inde oplossing waarin het alcaloïd vervat is gieten en niet de laatste inde eerste. De praecipitaten ontstaan , hetzij de oplossingen zuur, onzijdig of flaauw alcalisch zijn en veroorloven dat de alcaloïden van de ammoniak afgezonderd kunnen worden, zooals zulks üesaler {Chem. Centralbl. 1856 No. 34) reeds heeft opgemerkt. Evenmin beletten de gewone zelfstandigheden die inde pharmaceutische bereidingen voorkomen, behalve alcohol en azijnzuur (waarin de praecipitaten oplosbaar zijn) de reactie. In dit opzigt verschillen de iodomercurates en bromomercurates (G rov e, Quarterly jowrn, of the Chem. Soc, t. XI, p. 97) van de andere praecipiteermiddelen der alcaloïden, welker werking in het algemeen verhinderd of gestoord wordt door de aanwezigheid van zetmeel, gom, albumine of looistof. Wat de gevoeligheid der reactie betreft, zoo is deze nu
377