van campechehout, ging de absorbtie zeer snel en was in veel korter tijd volbragt dan daar , waar een geringer absorbtievermogen aanwezig was. Het verschil in absorbtievermogen vaneen en dezelfde kool zal wel gedeeltelijk veroorzaakt zijn door de onderscheidene poriën inde afzonderlijke stukken kool en ook gedeeltelijk inde onmogelijkheid om de kool steeds gelijkmatig te praepareren. Ten einde den invloed eener lang voortgezette verhitting te Onderkennen, onderwierp de schrijver een stuk palmhout-kool langer dan een uur aan de sterkste roode gloeihitte ; daarvan werden 79 vol. gas geabsorbeerd , terwijl volgens de tabel inden regel slechts 85 vol. opgenomen werden. Bij al deze proeven werden de afzonderlijke koolstukken zoo naauwkeurig mogelijk bij dezelfde temperatuur en even lang verhit. De absorbtie was in het algemeen na verloop van 24 uren geëindigd, na welken tijd het gasvolumen bijlangere aanraking met de kool niet meer verminderde. De afzonderlijke koolsoorten absorberen niet al de gassen in gelijke verhouding. Voor ammoniak bezit campechehout, voor koolzuur geelhout en voor cyan ebbehout het grootste absorbtievermogen.
('Fhilos. Magag. en Chem. Central Blatt No. 45 S. 715.) Over hydrastin, door F. Mahla. In 1862 bewees J. D. Perrins, dat inden wortel van Hydrastis canadensis een alcaloïd vervat is , dat reeds in 1851 door Durand daarin gevonden, doch niet naauwkeurig onderzocht is geworden en dat dit alcaloïd onderscheiden is van het in dienselfden wortel aanwezige berberin. Te gelijker tijd heeft ook Mahla op aanzoek van Prof. Procter te Philadelphia, dit alcaloïd zuiver daargesteld, doch het toen niet verder nagegaan. Thans levert hij nog de volgende opmerkingen over dit ligchaam tot aanvulling van den arbeid van Perrins. Men verkrijgt de hydrastin door bij de vloeistof, waaruit
360