Koolsoort. Ammoniak. Koolzuur. Oyan. Geabsorbeerd volumen, gereduceerd op 0° en 760 m.m. Proef. Gemiddeld. Troef Gemiddeld. Proef. Gemidd
Campeche- 112,4 i 53,1} hout. 111,3 V 111,3 } 54,6 87,3 110,1 ) 56,aJ 106,6) 46,6) Ebbenhout. 104,41 106,6 50,31 47,0 89,6 108,7 ) 44.0 J Afr, Rood- 93,0 1 oi o 44,7 hout. 89,5 f JL,A 51,81 46,9 – 44,7! Groen Eb- 96,01 qq o 37,4 i benhout. 84,61 ’ 44,81 41,2 41,3' Cuba Geel- 89,71 QO – 61,71 _Q Q hout. 89,1/ 54,9) 58’d “ Levensboom 88,2) (Thwja occid.)B9,‘l > 86,9 47,2 47,2 83,01 Palmhout 86,6) 31,2/ 84,5 j öa’° 31,2/ 30,9 38,8 30,2^ Jamaika Gomt— 65,01 « , q-o o oo q pechehout. 73,5l 69)4 33’3 33’3 ~ “ Sappanhout. 69,6 J 69)7 32)2 32,2 Reukenhout. g 4,58,0,58,0 Rozenhout. 50,6 50,6 Wistaria 44,03 44,03 chinensis. 47,51 Plmtaardiff 53,6: 50,4 57,3 elpenbeen. 50,0 j Men bemerkt, dat, terwijl onderscheidene der met eene koolsoort verkregen getallen goed onder elkander overeenstemmen , er daarentegen weder vrij aanzienlijke verschillen plaats vinden. Daar waar het gas in groote hoeveelheid geabsorbeerd werd , bij voorbeeld bij ammoniak door kool
359