ineen uitzwetingsprodukt der Larix europaea (Mélèze), waarop de Agaricus albus groeit. De schrijver vond alzoo inde Agaricus albus: Hars 40 Agariein 20 Extraktachtige stof (waarschijnlijk ontstaan van eene verandering der agariein) 5 Onoplosbare stof (plantenweefsel en bijzondere stof door Bracoanot fungine genoemd .35 (Journal de Pharmacologie, Juin 1863.)
Over acidum oxonicum, het produkt der herleidende werking van hydrogenium in statu nascenti op acidum oxalicum; door Schulze. Bij eene oplossing van 1 deel acidum oxalicum in 10 deelen water werd 1 deel zwavelzuur gevoegd, het mengsel aan de kook gehragt en er bij kleine gedeelten zinkpoeder tij gedaan, zoo lang er nog opbruisching waargenomen werd. Het heldere vocht werd vervolgens van het overvloedig toegevoegde zink en de oxalas zincicus afgegoten en door bijtende kalk overzadigd. Het gefiltreerde vocht werd met eene geringe hoeveelheid barytwater vermengd, om al het zwavelzuur weg te nemen, waarna de overvloed van kalk door koolzuur gepraecipiteerd werd. De oplossing bevatte het kalk zout vaneen zuur, dat door acetas plumbicus gepraecipiteerd werd. Hit dit loodzout, dat bestond uit 2Pb O, C4 Hs 05 werd het zuur afgezonderd. Dit zuur is in iedere verhouding in water oplosbaar. De oplossing bezit eene sterke zure reactie en is, wat zijne optische eigenschappen betreft inactief. Bij verdamping tot siroopdikte en langen tijd verwarming hij 100° zonderden zich ruitvormige platen af. Bij 120° begint het siroopachtige zuur te vervlugtigen en ontwikkelt een sterk prikkelenden damp. Het onzijdige loodzout kristalliseert inden vorm van blin-
237