het daarin vervatte praecipitaat uit den trechter kan genomen worden, breidt men het ineen schaaltje uit, en overgiet het met eenige grammen van het aangezuurde water. Nadat het praecipitaat zooveel mogelijk is opgelost, giet men de troebele oplossing af, maakt het Altruin nog eenige malen met het verdunde zuur nat en drukt het goed uit. D6 oplossing wordt geAltreerd en het papier van het vorig 6 filtrum zoo lang uitgewasschen tot het Altraat door ammonia liquida niet meer troebel gemaakt wordt. Men bekomt op deze wijze 20—25 grm. eener heldere , rijnwijngele vloeistof > waarbij men droppelsgewijs zeer verdunde ammonia liquida voegt, tot dat zij bijna neutraal is.

Daar dit punt moeijelijk te treffen is , zoo is het zekerder» eerst een weinig ammonia in overvloed en dan van het zure water zooveel toe te voegen, dat het zuur een klein weinig de overhand heeft. Als men goed gewerkt heeft, zoo zal de vloeistof, welke boven het violette wolkaehtige praecipitaat staat, kleurloos zijn. Men filtreert en vermengt het filtraat met verdunde ammonia liquida in zeer geringe overvloed, dewijl de chiniP volstrekt niet, zoo als men aanneemt, in ammonia onoplosbaar is. Het zuiver witte praecipitaat wordt op een afge' wogen filtrum verzameld, een weinig uitgewasschen en in de lucht gedroogd. Daar de chinin ook in water eenigzinS oplosbaar is, zoo moet men niet te lang uitwasschen. (Archiv der Pharmacie, Mai, S. 122.) Scheikundige onderzoeking van Agaricus albus; door L. Schoonbroodt. De schrijver heeft eene nieuwe onderzoeking van den Agaricus albus ondernomen, welke in 1812 door Braeonnot is onderzocht geworden. De zwam werd achtereenvolgend doof water, alcohol en aether behandeld. Het door koud water bekomen aftreksel leverde, na onder eene klok met behulp

234