den; wanneer met zuurstof verzadigde kool in stikstofga® gebragt wordt, zoo gaat er zelfs eene zekere hoeveelbe' zuurstof uit, om voor stikstof plaatste maken. Ofschoon 1111 dit resultaat in zekeren graad afhangt van de zamenpersbnol heid der gassen, zoo heeft daarbij zonder twijfel toch °° eene voortbrenging van electriciteit in het poreuse ligcbaaBI plaats. Wanneer een stuk kool, waarin stikstof geabs°r beerd vervat is, gebragt wordt in eene met zuurstof gevuld6 en met kwik afgeslotene glazen buis , zoo gaat er eerst stik stof uit, zoo dat het kwik aanzienlijk inde buis zinkt ■ waarna er zuurstof geabsorbeerd wordt. Als er nu weiol»

stikstof aanwezig, en het opslorpingvermogen der zuurst zeer groot is, zoo heeft dit niet plaats. Dit verschijn8® wordt meermalen met andere gassen waargenomen, welk® minder spoedig dan zuurstof geabsorbeerd worden. De zuurstof kan niet door verwarming of door koken water worden uitgedreven. In hare plaats ontwikkelt de kool koolzuur. De verbinding der zuurstof met ver®0® delijk de fijnste deeltjes kool heeft reeds plaats gegrep®y bij temperaturen, zelfs nog onder het kookpunt des wat®’3’ doch het is nog niet onderzocht, bij hoe ver onder dit pu liggende temperaturen. Dierlijke kool bezit dit verbiudingvermogen in veel h°° geren graad dan houtskool, waarschijnlijk dewijl de eerste een staat van grootere verdeeling verkeert. Houtskool absorbeert zuurstof, als zij in het zuivere tP*s gebragt is, gedurende eene maand lang , doch koolz slechts gedurende korten tijd en waterstof nog korter. schrijver meent, dat de aanwezigheid van het koolzuur ontstaan is, een grens stelt aan de absorbtie van de stof. Hij beschouwt het grootste gedeelte van de oppervlakte der aarde als een poreus ligchaam , waarin vo° durend eene afwisseling van gassen door absorbtie en 0 wikkeling daarvan plaats heeft. Ook kwik wordt door kool geabsorbeerd, als men 0 roodgloeijend in dit metaal dompelt. Natuurlijk wordt de kool wel afgekoeid en de kwik door de drukking

210