instelling deed A. St rec k er beproeven , of cinchonin ület door eene bijvoeging vaneen atome zuurstof in chinin veranderen zou zijn. De schrijver verkreeg inderdaad ®ene basis van de zamenstelling der chinin , doch welke ’sriuede alleen isomeer , maar niet identisch is. %drochloras cinchonicus werd door bromium in bibrora-ClDclionin, 040O40H228r2O2 veranderd en deze verbinding in c°holische oplossing met zilveroxyd of beter alcoholische geruimen tijd gekookt. Nadat de vrije potasch koolzuur verzadigd was, gaf de verdampte oplossing water behandeld het oplosbare potaschzout, terwijl 3ether er slechts weinig van oploste. Het overblijvende Afcrd met kokenden alcohol opgelost en leverde kristalblaadtjes, "elker basisC4OH24N224O4 door den schrijver OxycincJwnin ge®et)oemd is.

d-*e basis lost gemakkelijk op in zuren, en levert over algemeen moeijelijk kristalliseerbare zouten; het best latalliseren het neutrale sulphaat en oxalaat. Dubbel-zurez°uten kon de schrijver niet bekomen. zouten geven met chloriumwater en ammoniak geene kleuring en zij fluoresceren ook niet. De zoutzure verfading geeft met platinchlorid een geel praecipitaat, dat in . water moeijelijk, in alcohol en aether niet oplosbaar 2ij bestaat uit C4OH24N2O4j 2HCI -J- 2PtCI. ('Annal der Chemie und Fharm. CXXIII S. 379.) Over het sodagehalte van het gaslicht, door prof. A. Vogel. *det Muneheu’s gaslicht bevat gewoonlijk sporen van soda *e echter zoo gering zijn, dat zij tot nog toe alleen door spectraal analyse waar te nemen waren. Ijczo waarneming is bevestigd door Wöh 1e r welke een s*ag aan een gaslampenglas bevonden heeft toe te schrjj-

207