eurigg resultaten. (Inde geciteerde opgave heeft I'. Sch u 1z e voorwaarden aangegeven, waaronder, zonder aanwending Vaa ijzer, naauwkeurige resultaten te verkrijgen zijn. Red. Journ. f. pr. Chem.) Van eene oplossing van scheikundig zuivere salpeter wervoor iedere proef lOC. C. gebruikt. Deze hoeveelheid tot r°°g verdampt liet een overschot van 0,3838 gram terug; C. van het gebruikte normaalzuur neutraliseert ammoftlak welks stikstofgehalte = 0,002081 gram is. In 6 proeven "as het aantal cubiek centimeters welke van dit zuur noodig 'varen.-
!) 25,7 2) 25,3 3) 25,3 4) 25,4 5) 25,4 6) 25,6. Gemiddeld 25,45 C. C. 0,05304 gram stikstof = 13,82 pCt. De theorie vordert 13,86 pCt. -kien verkrijgt eveneens naauwkeurige resultaten met nitras aryficus, doch met nitras plumbicus niet geheel en al ; in plaats van 8,45 pCt. werden in 5 proeven bekomen 7,78, 7,83, 8,09, 8,28, 8,11. schrijver vermoedt dat het opgeloste lood nadeelig op u oppervlakte van het zink gewerkt heeft, en beveelt in 1 geval aan, het lood vooraf door sulphas alcalinus af te (Journal für prakt. Chemie 1863, No. 7.) Eigenaardige oxydatie door alloxan; door A. Strecker. Wanneer eene oplossing van alloxan met alanin of leuciu 'Qandeld wordt, zoo oxydeert de alloxan de leucin en Jeraudert zelve in alloxantin en door het ammoniakgehalte er ontleede leuciu of alanin in murexid. bij enkele vermenging der oplossingen van alloxan 'll alanin ontstaat eene purperroode kleuring; bij zachte ontwikkelt daarbij koolzuur en aldehyd en bij koeling zondert zich murexid af. Bij toevoeging vaneen ' ammoniak zondert zich van dit laatste meerder af.
205