UITTREKSELS UIT BINNEN- EN BUITENLANDS CUE TIJDSCHRIFTEN.

Chemie, pliarmacie, phannacognosie. opsporing van het acidum uricum in het bloed het serum der vesicatoria; door Garr o d. Parrod heeft (1) eene eenvoudige wijze bekendgemaakt , om de aanwezigheid van het acidum uricum in het '°ed aan te toonen. Men neemt 4 a 8 grammen bloedserum en brengt die in 6611 glazen schaaltje met platten bodem van 8 a 10 eentimeters breed en omtrent 1 centimeter diep. Hierbij voegt men twee a drie droppels gewoon azijnzuur, waardoor meestal emdge gasbellen ontwikkeld worden en nadat men alles ®°ed heeft omgeroerd, brengt men in het vocht met een Shzen staafje een linnen draad van 4 a 5 centimeters lengte, het schaaltje op eene matig warme plaats wordt neêr®6Zet, tot dat het serum verdampt en bijna uitgedroogd is, 'Vaartoe gewoonlijk 24 a 28 uren , naar de droogte van de milt noodig is. Ha verloop van dezen tijd is het acidum 'micum rondom den draad in rhomboidale kristalletjes afge- > Waarvan de grootte verschilt, naar de snelheid waarmede ,serum is uitgedroogd en de hoeveelheid acidum uricum 11 iet bloed vervat. echter de proef volkomen te doen gelukken, moet ■ken 1 eenige voorzorgen nemen. „h Het schaaltje moet breed en plat zijn ; horlogieglazen gewoonlijk minder doelmatig omdat zij te klein zijn en iP) Essai physiologigue sur Vurée et les urates, thèse inaugurale, <( '• De l’oxalate de chaux dans les sédiments de Purina, la gravelle les calculs, 1859.