warme plaats gelaten, waren nog na weinige dagen niet merkbaar verminderd, en een stukje papier, waarop een weinig olie gedroppeld was, bezat nog na verloop van eeD paar weken een vrij sterken reuk. De olie zinkt in water; zijn soortelijk gewigt is alzoo grooter dan die van het water. D® reuk is die van het versche mos, doch natuurlijk sterker en niet onaangenaam. De smaak is scherp en lang aanhoudend en doet aan kampher en terpentijn denken. Al deze eigen* schappen bewijzen, dat deze olie {aetheroleum hepaticarnm) moet gerekend worden tot de groep der meer consistente oliën*

Het is mogelijk dat zij verschilt bij de onderscheiden® soorten van levermossen in het algemeen , doch het onder' scheid zal wel niet groot zijn, daar de smaak bij allen, uit' gezonderd de scherpte , zeer overeenkomstig schijnt te zijo' (Mom 1862 , No. 35.) Middel om zijde en katoen van linnen te onderscheiden. Volgens Oza na m is het ammoniuretum cupricum of h®*' vocht van Schoenbein niet alleen een onschatbaar op' losmiddel voor katoen en cellulose , maar is het ook voOr zijde. Maar terwijl er slechts weinig tijds toe noodig 13 om katoen op te lossen, heeft men daartoe eenige ureC noodig voor zijde en men moet ook voor deze laatste eeOe betrekkelijk grootere hoeveelheid aanwenden. Linnen daarentegen werd gedurende meer dan 14 dageö in aanraking met het ammoniuretum cupricum gelaten, zo®' der dat het de minste wijziging in weefsel en ondervond. Men heeft dus in dit vocht een zeer eenvoud middel om in eene enkele bewerking een weefsel van Jcato zijde en linnen te onderkennen. Men laat de stof gedurende een half uur in aanrak' met het vocht van Schoenbein en al de katoen zal opg6 lost zijn; dompelt men het op nieuw gedurende een dag

134