plaat overdekt inden kelder staan. Na verloop van dezen tijd brengt men het gekristalliseerde op een tusschen twee horlogieglazen gewogen, gedroogd filtrum en gebruikt om af te spoelen altijd weder het eerst verkregen filtraat. Wanneer de kreatininchlorzink op het filtrum gebragt is, zoo wascht men, zoodra de moederloog volkomen afgeloopen is> zoo lang met kleine hoeveelheden alcohol uit, tot deze kleurloos afloopt en niet meer op chlorium reageert. Eindelijk
wordt de kreatininchlorzink bij 100° gedroogd en tusschen horlogieglazen gewogen. Het aldus bekomen kreatininchlorzink stelt een zwak geelachtig poeder daar, dat onder het mikroskoop als geelachtig doorschijnende, scherp gerande bolletjes van verschillende grootte zich vertoont, waaraan men bij sterke vergrooting (400) met scherpte concentrische strepen kan waarnemen. Lost men van dit poeder op in heet water, zoo kan men gemakkelijk regelmatige vormen onder het mikroskoop bekomen. Hiertoe brengt men van de bijna volkomen bekoelde oplossing een’ droppel op een glaasje, legt er een stukje vaneen linnen draad in, doch zoo, dat het eene einde daarvan volkomen droog blijft. Nadat vervolgens de vloeistof en de helft van den draad met een dekglaasje bedekt is, bevochtigt men het vrije uiteinde met een droppel chlorzink-oplossing, welke na eenigen tijd door capillair vermogen met de vloeistof onder het dekglaasje vermengd wordt, waarna men weldra aan beide zijden van den draad regelmatige kristalhoopjes, zoo als die aan de kreatininchlorzink eigen zijn, ziet ontstaan. (Zeitschrift für analytische Chemie. 1862 S. 125.) Phosphas calcicus in uriensediment. Hassal beschrijft de dikwijls in uriensediment aanwezige kristallisaties van driebasisch phosphorzuren kalk, waaraan hij eene grootere pathologische beteekenis toeschrijft dan aan de uitscheiding van tripelphosphaat. De groote vorm en groepering der kristallen van dezen phosphorzuren kalk in
112