Oorspronkelijke Hededeelingen.
Oxalas Cerosus; door P. Brouwer Rz., Apoth. in het Ziekenhuis te Rotterdam (1). Inde ijzermijn Baslnds nabij Eidderhyttan in 'Westmannland (Zweden) komt in kleine hoeveelheden een mineraal voor, hetwelk Cronstedt in 1751 als Tungsteen (een Wolframium bevattend erts) beschreef en waarin hij eene onbekende aarde, verbonden met ijzeroxyde, vermoedde. De gebroeders d’Elhujar, de ontdekkers van het Wolframium , konden (1783) in genoemden erts geen wolframiumzuur, doch hechts ijzeroxyde, kiezelzuur en kalk ontdekken; Bergmann bevestigde korten tijd daarna dit onderzoek. In 1803 onderdekt Klaproth den erts en vond daarin eene nieuwe aardaehtige zelfstandigheid , welke hij om de bruine kleur, die ze bij gloeiüng verkrijgt, ochroitaarde noemde. Ter zelfder tijd ontdekte Berzelius en Hisinger deze stof en verklaarde ze voor het oxyde vaneen nieuw betaal, hetwelk door hen, naar de op I°. Januarij 1801 "b°or Piazzi ontdekte planeet Ceres, Cerium genoemd werd. set mineraal ontving den naam van cerit, de oxyden cerium-o:tydule en ceriumoxyde, enz. Klaproth meende dat deze amaen: cerit, cerium, enz. aanleiding tot verwarring zoude kannen geven en sommigen inden waan zouden brengen, at deze stoffen afkomstig waren van, of in eenig verband (!) Deze mededeelingen werden door den Heer Brouwer gedaan in ** Vergadering van Januarij van het Rott. Depart. der Ned. Maatsch. ter b'v. der Pharmacie, waarbij de reactien en proeven aan de Vergadering Vettoond werden. R. J. H. IXI S,, 4 J. 5