tot fijn poeder gewreven en dit alsdan met een gelijk gewicht chloralhydraat vermengd. Er ontstaat eene kleurlooze heldere stroopdikke vloeistof, die reuk en smaak der samenstellende deelen bezit, doch niet als scheikundige verbinding maar als mengsel beschouwd moet worden, dewijl zij door water weder in hare bestanddeelen gescheiden wordt. Een vloeibaar mengsel ontstaat ook, door 1 deel kamfer met 2 deelen chloralhydraat te vermengen. De vloeistof geeft met terpentijnolie, chloroform, benzol enz. een helder mengsel, niet met ammonia liquida. Volgens Flückiger is Oleum amygdafarum amararum aethereum niet, zooals de meeste scheikundige leerboeken opgeven, in 30 deelen, maar in 300 deelen water Oplosbaar. Coratum chlorali. Door Bacesi wordt als antiseptisch verbandmiddel het volgende oeraat opgegeven ; emplastri gummosi part. 100, glycerini part. 10, hydratis chlorali part. 15. Men smelt de pleister in eene porseleinen schaal onder langzame verwarming, neemt van het vuur af en mengt de glycerine en het chloralhydraat er onder. Men vormt daaruit plaatjes of stangen. Op lianen gestreken, is de pleister witgeel van kleur, bezit een zwakken cbloralreuk en eene sterke kleefkracht. Ook als antirheumaticum kan de pleister dienen en alsdan het chloralhydraat inde verhouding van 1 : 3 bijgevoegd worden. Verscheidenheden. Shuttleioorth heelt talrijke soorten van portwijn onderzocht en bevonden, dat bij de goedkoope soorten de kleur was aangebracht dooreen mengsel van zoogenaamd magentarood en azaline. Dewijl deze kleurstoffen niet zelden arsenikhoudend zijn, is zulk eene vervalsching zeer bedenkelijk. Men ontdekt haar door den verdachten wijn met een gelijk volumen amylalcohol te vermengen. Deze blijft bij echten portwijn kleurloos, bij met anilinerood gekleurden wordt hij purperrood. Dulcamarine, de bitterstof van Solanum Dulcamara, vormt, gewreven, een zwak geelachtig, luchtbestendig, volkomen reukeloos poeder vaneen eerst bitteren, later aanhoudend zoeten smaak. Inde warmte smelt zij bijeen. Uit oplossingen veikiegen, vertoont zij eene geelbruine, in dunne lagen zuiver gele, doorzichtige, harsachtige, luchtbestendige massa. Zij is oplosbaar in 5 deelen heeten en in 8,5 deelen konden spiritus van 90°/0, alsmede in 30 deelen koud en in 25 deelen heet watei. De oplossingen *in spiritus en in heet water zijn meer of min roodbruin, die in koud water is sterk wijngeel; alle oplossingen reageeren neutraal. De oplossing iu water schuimt sterk bij het schudden. Eenige droppels ammonia liquida bevorderen de oplosbaarheid der dulcamarine in water zeer aanmerkelijk. In aether, chloroform, benzol, zwavelkoolstof, petroleumaether, is zij geheel onoplosbaar, daarentegen zeer gemakkelijk oplosbaar in azijnaether. Azijnzuur lost haar tot eene wijn gele vloeistof op. Met geconcentreerd zwavelzuur vormt dulcamarine dadelijk eene geelroode, langzamerhand roode, eindelijk kersroode oplossing, die na eenige uren weder bleeker van kleur wordt. Geconcentreerd chloorwaterstofzuur lost dulcamarine met eene zwak gele kleur op, die langzamerhand verdwijnt, eveneens geconcentreerd salpeterzuur. Pröhde’s reagens (molybdeenzuurhoudend zwavelzuur) kleurt haar eerst geelbruin, later aan de randen violet, bijtende alcaliën en barytwater lossen haar, vooral bij verwarming, met eene donkerbruinroode kleur op. Zuren brengen in deze oplossingen praecipitaten voort. Looizuur slaat de oplossing- van dulcamarine in water wit neder, Butea en Erva de Rato zijn nieuwe drogerijen uit Brazilië in Engeland ingevoerd. Butea bevat, volgens Groves, eene alcaloïdeachtige zelfstandigheid, die, in verbinding met zwavelzuur, op cinchonine gelijkt en in groote hoeveelheden als vervalschte kinine naar Europa wordt vervoerd. Brva de Rato is eene kina-achtige plant, die in Brazilië als ratten- en muizenvergift gebruikt wordt, en in werking eenigszins met Digitalis zal overeenkomen. * Indien water en aether (aethylaether) geschud worden, ontstaan wederzijdsche doch slechts gedeeltelijke mengsels of oplossin-
gen. Het water neemt omstreeks ‘/9 van zijn volumen aether op en de aether omstreeks Vss van zijn volumen aan water. Eene dergelijke oplossing van aether in water wordt bij 2° C. vast, zonder aether af te scheiden, tot een droog lichaam, hetwelk dus uit water en aether bestaat. Guthrie heeft dit mengsel tot de volgende proeven gebezigd. Hij liet het in eene lange reageerbuis vastworden, zoodat het. uit de buis genomen, er als eene kaars uitzag. Het eene einde daarvan werd glad afgestrekea en de kaarsvorm rechtop op eene plaat gezet. Wordt nu het bovenste einde met eene brandende kaars aangestoken, dan smelt alles dadelijk naar gelang de aether brandt. Deze vlam is daarbij niet lichtend. De aether kan hierbij slechts branden, terwijl het ijs smelt, hij wordt derhalve voortdurend afgekoeld. Omgekeerd wordt moerasgas en ook het gewone lichtgas inden Bunsenschen brander lichtend, wanneer deze gassen vóór de verbranding verhit worden. Onder den naam van damiana is onlangs inde Vereenigde Staten uit Mexico eene nieuwe drogerij ingevoerd, die uit de stelen en bladen van eene tot heden nog niet genoemde plant bestaat. De bladen worden beschreven als klein, bleekgroen, voorzien met eene breecle raiddelnerf, waarvan de benedenzijde bleekgeel is. De steel is geelbruin, houtig, met welriekende hars bedekt. De drogerij heeft een sterken aromatischen geur en prikkelenden smaak. Zij gaat door voor een krachtigen prikkel van het zenuwstelsel en voor een aphrodisiacum en zal zonder vergiftige werking zijn. Waarschijnlijk is zij afkomstig vaneen Labiaat. Om kurkuma in mosterd te ontdekken, wordt door Tichhora gewezen op de eigenschap der kurkuma om in oplossing te fluoresceeren. Het witte of zwarte mostaardzaad geeft aan spiritus eene gele kleurstof af, die niet fluoresceert. De kleurstof der kurkuma kan door de fluorescentie (van het spiritueus aftreksel) reeds herkend worden, indien het gehalte der mosterd aan kurkuma slechts */joo pet. bedraagt. Ook de vervalsching van saffraan met kurkuma-kleursel kan somtijds door den fluoroscoop ontdekt worden. Om een oliezmr te verkrijgen, hetwelk bij de gewone temperatuur vloeibaar en zooveel mogelijk vrij van kleurstoffen en oxydatiepioducten is, stelt men, volgens Rize, het ruwe oliezuur van den handel herhaaldelijk aan eene temperatuur van + 7o C. bloot (volgens Squibb eerst bij 15°, dan bij 10°, eindelijk bij 8°) en perst de vloeistof uit. Zij wordt, vermengd met het gelijk volumen eener oplossing van zwaveligzuur, aan het licht blootgesteld en dikwijls omgeschud, totdat geene ontkleuring meer plaats heeft. Men scheidt alsdan het oliezuur af, wascht het herhaaldelijk met gedestilleerd water uit en bergt het in flesschen, die men geheel vult en op eene koele plaats bewaart. Het alzoo verkregen oliezuur is vooral geschikt voor de bereiding van dein den laatsten tijd aanbevolen oliezure metaalverbindingen. Metaaloxyden worden daarin gemakkelijfc opgelost en kwikoxyde ondergaat daardoor geen reductie. Voor de bereiding van oliezuur-kwik (mercuridoleaat) moet men volkomen droog kwikoxyde bezigen en dit in kleine hoeveelheden op zoodanige wijze bij het oliezuur voegen, dat geene nieuwe hoeveelheden gebezigd worden, voordat de eerste gebonden zijn. Openlijke correspondentie. X te R. Onder benzol verstaat men het scheikundig zuivere lichaam: C 6 HG> onder benzine de nog met andere koolwaterstoffen vermengde naphta van den handel. Spodium is dierlijke kool, die tot ontkleuring gebezigd wordt, Is ook iemand inde gelegenheid en genegen mij N° 43 en 44 van den 9den Jaargang en No 13 en 21 van den 12den Jaargang te bezorgen, des verlangenden tegen vergoeding ? Opwijrda. iu het juist uitgekomen werkje: Proef eener rationeele Prijsbepaling der Recepten, staat inde Prijslijst, blz. 14, regel 11 van boven, foutief (even als op sommige Prijscouranten): //Glandulae queioinae tostae. Moet zijn: //Glandes quercinae tostae.”